Van een onzer verslaggevers
Willemstad - De wet verbiedt de Venezolaanse koopmannen om zonder toestemming het hen toegewezen gebied te verlaten. Minister Steven Martina (MAN) van Economische Ontwikkeling gaf gisteren vertegenwoordigers van douane en politie de gelegenheid de vrijheidsbeperkende maatregelen toe te lichten. 


barkjesDe minister had de pers uitgenodigd om het hoe en waarom van de stringente controle van de barkjes op de Dag van de Arbeid uiteen te zetten. Refererend aan de publieke verontwaardiging gaven minister Martina en het multidisciplinaire team van MEO aan, dat ‘de situatie van de Venezolanen niet zover had hoeven komen’. De twee agentschappen die de barkjes vertegenwoordigen zijn, voordat de bootjes vanuit Falcón richting Curacao vertrokken, voorzien van de nodige informatie, voorschriften en vereisten. De bemanning van de barkjes was op de hoogte van de in Curaçao geldende regels, aldus Martina. ,,Voor de heropening van de grenzen zijn Venezuela en het Koninkrijk overeengekomen dat de naleving van wetten wordt afgedwongen. Controle is daaraan inherent.”
De Venezolaanse handelaren moeten onder meer over een ventvergunning beschikken en de voor de horeca verplichte keuringskaart van G&Gz, hoewel de verkopers geen voedsel bereiden. Of mogen bewerken. Voorgesneden watermeloen is op de Dag van de Arbeid door inspecteurs van MEO in beslag genomen. ,,Omdat het bij gebrek aan koeling niet hygiënisch was”, zegt minister Martina. 
Volgens de minister zijn de regels niet nieuw, ook niet met betrekking tot vrijheidsbeperking. ,,Dit is bij wet geregeld en in 2016 opnieuw bekrachtigd”, zegt Martina. ,,De handelaren weten dit, voorheen hadden zij ook niet de vrijheid om te gaan en staan waar zij willen.” 
Nieuw is dat de bemanning nu achter hekwerk verblijft en dag en nacht onder controle staat. Voor het verlaten van de enclave is een procedure van kracht, zo benadrukt de minister. ,,De Venezolaanse handelaren kunnen bij de douane en politie een aanvraag indienen voor tijdelijke ontheffing van de vigerende regels.” 
Aan de Sha Caprileskade hadden de handelaren de mogelijkheid om bij een botika of supermarkt inkopen te doen, maar volgens minister Martina was dit ook destijds officieel niet toegestaan. ,,Zoals ik al zei, de regels zijn niet nieuw. Bovendien is het niet gerechtvaardigd een vergelijking te trekken met de drijvende markt van voorheen. De barkje kunnen immers niet terug naar de Sha Caprileskade. Om die reden zijn de barkjes op de huidige locatie, en de situatie moet ook binnen dit kader beschouwd worden. We moeten uitgaan van de nieuwe realiteit.” 
De relatie met Venezuela is onberekenbaar, aldus Martina. ,,We weten niet hoe de situatie in het buurland zich verder ontwikkelt en of de grenzen open blijven.” Het nieuws van de komst van de barkjes overviel de overheid, zegt de minister. ,,We hebben geen garantie dat de barkjes zullen blijven komen. Derhalve is besloten vast te houden aan wat de Raad van Ministers eerder heeft besloten, namelijk dat de Sha Caprileskade wordt gerenoveerd ten behoeve van lokale ondernemers, en dat de inspanningen van de overheid zich richten op een duurzame oplossing op basis van inclusie, ofwel alle mogelijke participanten komen in aanmerking.” 
Het merendeel van de stands aan de Sha Caprileskade is inmiddels voorzien van een nieuwe pleisterlaag. Aan het eind van deze maand zal er meer duidelijkheid zijn over de aard en structuur van de markt in Punda, zo verwacht de minister.