Van een onzer verslaggevers

Willemstad - In het maatschappelijke debat over de onzekere toekomst van de Isla-raffinaderij nemen de Staten het heft meer in eigen handen, door een speciale tijdelijke Statencommissie aan te wijzen die het proces op de voet gaat volgen.

StatenDat is besproken gisteren tijdens een Centrale Commissievergadering van het Curaçaose parlement. Het is de bedoeling dat hier vandaag, als de Staten tijdens een openbare vergadering opnieuw bijeenkomen, door de meerderheid een besluit over wordt genomen.
De in te stellen speciale Statencommissie wordt aangeduid als ‘Tijdelijke commissie continuering en modernisering raffinaderij’. De commissie wordt ingesteld voor de verdere duur van de zitting van het huidige parlement, dat wil zeggen tot 2021.
De commissie, die zal bestaan uit 9 van de in totaal 21 Statenleden, heeft tot taak ‘het controleren en monitoren van het proces dat moet leiden tot continuering en modernisering van de raffinaderij op Curaçao en zich te laten informeren ten aanzien hiervan’.
,,Het heft in eigen handen nemen vind ik iets te ver gaan”, zegt een parlementariër van de coalitie desgevraagd. ,,Beter is te praten over aantoonbare betrokkenheid en verscherpte controle op alles rond het thema.” In elk geval maken de Statenvoorzitter (William Millerson van PAR) en de ondervoorzitter (Giselle Mc William van MAN) deel uit van deze bijzondere commissie.
Het te nemen besluit wordt gemotiveerd met een aantal overwegingen. Ten eerste dat het onderwerp van de voortzetting van de Isla ‘in de belangstelling staat van de maatschappij’. Anders gezegd: voor velen het gesprek van de dag is.
Verder motiveren de Statenleden hun besluit, om zich nauwer met de kwestie van de toekomst Isla te gaan bemoeien, door aan te geven dat het parlement ‘belang heeft bij tijdige en betrouwbare informatie over de verdere ontwikkelingen’ ten aanzien van de Curaçaose raffinaderij.
Het Reglement van Orde van de Staten voorziet niet in een vaste commissie waar dit onderwerp kan worden ondergebracht. Maar de fracties zien er een ‘noodzaak’ in, gezien hun controlerende taak, om een tijdelijke commissie specifiek voor dit belangrijke aandachtspunt in te stellen.