Tekort aan mannelijke leerkrachten.
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Er is een tekort aan mannelijke leraren binnen het onderwijs en er moet onderzoek worden gedaan naar de redenen van uitstroom van leerkrachten van het mannelijk geslacht.

dropouts
Dat is een van de knelpunten en aanbevelingen van de stuurgroep Kinderrechten in het adviesrapport over het onderwijs op Curaçao. De stuurgroep inventariseerde hoe Curaçao is omgegaan met de aanbevelingen ten aanzien van de kinderrechten die in 2015 zijn gedaan. Uit de rapportage blijkt dat vooral de drop-outproblematiek een grote zorg is. Onder de kop ‘Drop-out, thuisonderwijs, funderend onderwijs (fo) en anti-pestbeleid’, constateert de stuurgroep dat de opleidingen voornamelijk theoretisch ingericht zijn, dat de Leerplichtwet (uit 1991) toe is aan revisie, dat het registratiesysteem leerplicht niet concreet is, er onvoldoende structurele nazorg is voor drop-outs en dat er onvoldoende tweedekansonderwijs aangeboden wordt.
Waar het gaat om drop-outs, stelt de stuurgroep vast dat docenten zich te veel moeten bezighouden met maatschappelijke problemen van de leerlingen en als dit niet lukt, worden zij dus drop-out. De rapportopstellers sommen op: ,,Drop-outs kampen met meervoudige problematieken; denk hierbij aan psychosociale aspecten, criminaliteit en analfabetisme; er vindt onvoldoende afstemming of overleg plaats tussen ministeries die met drop-outproblematieken te maken hebben; door te weinig schoolbegeleiding op didactisch en sociaal-maatschappelijk gebied, komen kinderen vaak niet tot hun recht om hun maximale potentie te behalen. Hierdoor vallen ze af of stromen ze het arbeidsgericht onderwijs (ago) binnen. In het veld bestaat de indruk dat het aantal instromers binnen het ago-onderwijs opmerkelijk is.”
Uit het onderwijsveld komt dan ook de suggestie dat er een preventiebeleid opgesteld moet worden en dat er meer nazorg moet zijn voor drop-outs. Ook vinden de professionals in het onderwijs dat er een nationale voorlichtings- en bewustwordingscampagne georganiseerd moet worden waarbij de Landsverordening leerplicht beter uitgelegd wordt en de gemeenschap en ook de scholen beter weten wat de rechten en plichten zijn. De stuurgroep: ,,Er dient een multidisciplinair zorgteam aanwezig te zijn op alle scholen voor gevoelige kinderzaken en meervoudige problematieken.” Positief klinkt de vermelding dat de Dienst Openbare Scholen (DOS) een zorgteam heeft met een orthopedagoog, psycholoog en vijf maatschappelijk werkers voor leerlingen. De orthopedagoog en psycholoog worden op basis van opgeofferde taakuren van docenten ingezet voor zorgvoorziening.
Wat er nog meer moet gebeuren volgens de stuurgroep: ,,Er dient op structurele basis, interministerieel overleg plaats te vinden over drop-outproblematieken. Ouderparticipatie dient gestimuleerd te worden binnen kindercentra en scholen en de Leerplichtunit behoeft veel aandacht: Het systeem is toe aan reorganisatie, er is meer mankracht nodig ter ondersteuning van de Leerplichtunit, de Leerplichtwet dient door een leerplichtambtenaar gemonitord te worden en er moet bepaald worden op welke momenten boetes gegeven moeten worden en wanneer er een proces-verbaal uitgeschreven dient te worden, het registratiesysteem leerplicht dient aan andere systemen gekoppeld te worden, er dient aandacht besteed te worden aan tweedekansonderwijs en er dient meer aandacht besteed te worden aan praktisch onderwijs.”