Van een onzer verslaggevers 
Willemstad - De koraalriffen rond Curacao hebben sinds 1982 meer dan 50 procent van het levend koraal verloren. Dat blijkt uit onderzoek van het Waitt Instute, dat tevens heeft vastgesteld dat de visstand extreem laag is in de wateren van Bándabou en Westpunt.


koraal‘De staat van de koraalriffen van Curaçao’, zo luidt de titel van het recent gepubliceerde rapport van het Waitt Institute dat ijvert voor duurzaam economisch en cultureel gebruik van oceanen. Het onderzoek voor dit rapport werd geleid door Andrew Estep van het Waitt Institute, dr. Stuart Sandin van Scripps Institution of Oceanography en Mark Vermeij, directeur van de stichting Carmabi. Het Waitt Institute gaat allianties aan met overheden die hun nationale wateren duurzaam willen beheren, gebruikmakend van op wetenschappelijk onderzoek gebaseerde en sociaal geëngageerde oplossingen. In februari 2015 hebben de Curaçaose overheid en het Waitt Institute een Memorandum of Understanding getekend dat resulteerde in de lancering van Blue Halo Curaçao, een veel omvattend project voor het beheer van de Curaçaose wateren en kuststrook. 
De conditie van de koraalriffen rond Curacao loopt ver uiteen. Ter hoogte van het midden en westen van het eiland, zijn er grote gebieden met minder koraal dan er gemiddeld in de Caribische regio voorkomt. Curacao heeft echter ook een aanmerkelijk aantal koraalriffen met een overvloed aan levend koraal, en dit maakt dat Curacao, samen met Bonaire, een van de weinige gebieden is in de Cariben waar nog intacte, gezonde riffen zijn. Algemeen gesproken ziet het er echter niet goed uit voor het Curaçaose rif: in drie decennia tijd is de bedekking van het rif met levend koraal gedaald van 34 procent, met op veel plaatsen aan de zuidkust meer dan 75 procent, naar minder dan 20 procent, en op veel plaatsen zelfs minder dan 10 procent. Dit komt neer op een verlies van meer dan 50 procent van het levend koraal.
Voor de Cariben is er geen maatstaf voor hoe hoog de visstand op een gezond rif is, maar relatief gezonde riffen in de Pacifische oceaan met intacte ecosystemen hebben een visstand met een biomassa van 270 tot 510 gram per vierkante meter. In Curaçaose wateren is de hoogste gemiddelde biomassa 159 tot 219 gram per m2, zoals aangetroffen op plekken tussen Klein Curaçao en Boka Samí. In de wateren van Bándabou en Westpunt daarentegen is de visstand extreem laag.
De onderzoekers wijzen erop dat bij de visserij het gevaar bestaat dat een bepaalde soort overbevist wordt en uitsterft. Het verwijderen van slechts een soort kan desastreus zijn voor het ecosysteem en voor het rif dat hiervan afhankelijk is. Vissers hebben het vaak gemunt op roofvissen als zeebaars of red snapper, maar omdat die, net als haaien, rond heel Curacao zeer weinig voorkomen, gaan velen over op het vangen van kleinere, plantenetende vissen. Hoe meer er van deze planteneters gevangen worden, hoe groter de kans dat het koraalrif met algen overwoekerd wordt. Algengroei wordt ook veroorzaakt door de lozing van afvalwater in zee. Met het rioolwater komen er stikstof- en fosforverbindingen in zee, hetgeen leidt tot een overmaat aan nutriënten – een proces dat eutrofiereing wordt genoemd – met als resultaat afname van het zuurstofgehalte van het water. Verscheidene soorten waterplanten en kleine diertjes zijn hier niet tegen bestand. Indien er op het rif niet voldoende vissen zijn die algen eten, neemt de algengroei de overhand en ‘verstikt’ veel van het leven op het rif. 
Gezien het feit dat toerisme 18 procent van de Curaçaose economie vertegenwoordigt, en het duiktoerisme en snorkelen afhankelijk is van de gezondheid en schoonheid van het onderwaterleven, is het van belang dat er dringend maatregelen worden genomen voor het behoud van de koraalriffen van Curaçao, zo concludeert het onderzoeksteam. Om de kans op herstel van het rif in de toekomst te vergroten, adviseren de onderzoekers de overheid om zogenaamde ‘marine protected areas’ (MPA’s) aan te wijzen. Dit zijn ‘no-take marine reserves’, ofwel gebieden die volledig ongemoeid worden gelaten: geen enkel zeedier mag er gevangen worden. ,,Alleen op die manier is er een kans dat het ecologisch evenwicht zich herstelt.”