Van een onzer verslaggevers

Willemstad - Stichting Sona dient onverwijld financiële verantwoording af te leggen over Hospital Nobo Otrobanda.

hno Dat zegt Gezondheidsminister Suzy Camelia-Römer (PIN), die aankondigt Sona in gebreke te zullen stellen als de stichting geen inzage geeft in de besteding van gelden van de overheid. Alvorens de sommatiebrief bij het ministerie van Gezondheid, Natuur & Milieu (GMN) de deur uit kan gaan, dient de juiste procedure voor ingebrekestelling te worden gevolgd. Dit houdt in dat Stichting Ontwikkeling Nederlandse Antillen (Sona) aanmaningen van de minister kan verwachten. Het geduld van Camelia-Römer is op, nadat zij sinds haar aantreden als minister, op 29 mei van dit jaar, herhaaldelijk om inzage van de cijfers heeft gevraagd. Het bestuur van Sona, dat wordt gevormd door Reginaldo Doran en Tonnie Rossen, met Mike Alexander en Richard Hart als commissarissen, gaf telkens nul op het rekest, zo vertelde de minister gisteren tijdens een persconferentie.Stichting Sona is verantwoordelijk voor zowel het beheer van de fondsen als de uitvoering van de bouw van Hospital Nobo Otrobanda (HNO). Deze verantwoordelijkheden verwierf de stichting na een hooglopend conflict met adviesbureau Berenschot (Usona) dat door Sona was belast met de uitvoering van het project HNO. Beide organisaties liggen al een jaar met elkaar in de clinch over een miljoenenclaim en bepaalde kosten die het adviesbureau in rekening bracht. Sona - namens het Land de formele opdrachtgever van het HNO-project - liet Berenschot weten dat het bureau per 1 januari 2017 niet langer bevoegd was om het project uit te voeren. Na het intrekken van de volmacht werd Sona zelf verantwoordelijk voor de besteding van de fondsen en de bouw van het ziekenhuis. Daartoe besloot de demissionaire regering-Koeiman, dat ‘de regie in handen’ wilde nemen. Dat de overheid zelf zou beschikken werd ook aanbevolen in het rapport van het Belgische architectenbureau VK Architects & Engineers en advocatenkantoor FCW Legal na een evaluatie van het project HNO. De conclusie van het rapport luidde echter, dat de overheid er goed aan deed om het contract met Sona te verbreken en een nieuwe overeenkomst aan te gaan met Berenschot. Het kabinet legde dit advies naast zich neer. ,,Dan zouden we opnieuw moeten onderhandelen over contracten voor bepaalde werkzaamheden, en zou het project langer duren en duurder worden”, aldus de toenmalige minister van GMN, Zita Jesus-Leito, die aangaf dat Sona inmiddels orde op zaken had gesteld en onder strenge condities van de overheid de werkzaamheden uitvoerde.