Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Aan de voor 28 april vastgestelde verkiezingsdatum valt niet meer te tornen, stelt hoogleraar staatsrecht Arjen van Rijn aan de University of Curaçao (UoC).

vanrijn,,En ik vind dat in het uiterste geval de rechter daar zelfs een rol in heeft, mocht er toch worden gepoogd de verkiezingen te cancelen.”
Dat stelt Van Rijn tegenover het Antilliaans Dagblad onder andere op de vraag op 28 april ‘heilig’ is. ,,Ook los van het juridische, zijn bij de kiezers inmiddels al legitieme verwachtingen gewekt dat nu zij aan zet zijn. Dat weer de grond in boren zou grenzen aan kiezersbedrog. Het zou in ieder geval laten zien dat de kiezers niet werkelijk serieus worden genomen.”
Ruim een jaar geleden was er vergelijkbaar ‘gedoe’ met ontbinding van de Staten en nieuwe verkiezingen op Sint Maarten. Daar zijn de vervroegde verkiezingen waartoe het kabinet-Gumbs besloten had uiteindelijk toch nog met een half jaar uitgesteld, zogezegd om in de tussentijd een hervorming van het kiesstelsel door te voeren, maar het ging niet zover dat men het aandurfde de verkiezingen helemaal te schrappen. Van Rijn: ,,Dat halve jaar heeft uiteindelijk niets uitgehaald, van een hervorming is tot nu toe geen sprake geweest. Het is het beste om de pil direct te slikken, zoals de Staatsregeling het ook heeft bedoeld.”
Het ontbindingsrecht is een oorspronkelijk recht van de regering, dat niet aan bepaalde regels is gebonden. De hoogleraar: ,,Statenleden en -fracties die gaan ship-jumpen nemen een welbewust risico. Het kan ertoe leiden dat ze uiteindelijk door de kiezers worden afgestraft. Of beloond, dat zal moeten blijken. In ieder geval is het goed dat de kiezers nu de gelegenheid krijgen zich over het gedrag van hun vertegenwoordigers uit te spreken.”
Hij vindt dat de nog jonge regering-Koeiman ‘volstrekt terecht’ van haar bevoegdheid om de Staten te ontbinden gebruik heeft gemaakt. ,,Als je ziet wat er sinds de verkiezingen allemaal gebeurd is, eerst de affaire Braam, dan de geloofsbrievenkwestie en nu weer de move van de PS-fractie, en hoe groot de desillusie bij veel Curaçaoënaars is over het gedrag van hun parlementariërs, dan lijkt mij daar alle maar dan ook alle reden toe. Laat de kiezer het maar zeggen.”