Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Telecommunicatiebedrijf UTS vindt dat Tweede Kamerlid Ronald van Raak (SP) onterecht de indruk wekt dat er een verband zou bestaan tussen UTS en wetsovertredingen in de internationale online gokindustrie. Uts
UTS vindt het van groot belang dat parlementariërs hun werk naar behoren kunnen doen, maar op het moment dat er stelselmatig onjuistheden worden verkondigd en de indruk wordt gewekt ‘dat rechtspersonen in onze maatschappij zich niet aan de wet- en regelgeving houden’, is dat een ‘zeer kwalijke zaak’. ,,Dergelijke standpunten berokkenen immers schade”, aldus UTS in een persbericht.
Van Raak heeft sinds maart verschillende malen schriftelijke vragen gesteld aan de Nederlandse regering over online casino’s die vanuit Curaçao opereren. In maart legde hij, samen met Kamerlid André Bosman (VVD), in vragen aan onder andere minister Ronald Plasterk (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) al een verband tussen KPMG, UTS en Robbie’s Lottery. Geheel onterecht, meent UTS.
,,UTS en haar dochterondernemingen houden zich aan de wet- en regelgeving die op hen van toepassing is binnen de jurisdicties waarin zij opereren.” Ook heeft het bedrijf de regels van de Curaçaose Code Corporate Governance in haar bedrijfsvoering doorgevoerd. Het telecommunicatiebedrijf zegt, anders dan de vragen van Van Raak doen vermoeden, transparant te handelen en de regels voor selectie, benoeming en evaluatie van de door de vergadering van aandeelhouders te benoemen accountants na te komen.
Het bedrijf ‘betreurt het ten zeerste’ dat door de vragen van Van Raak de indruk zou kunnen ontstaan dat UTS het datacenter CTEX van de ondergang zou hebben gered omwille van online gokdiensten. Dat is niet alleen onjuist, maar miskent ook de belangrijke rol die dergelijke hightech diensten hebben voor de economische ontwikkeling van Curaçao. Het telecombedrijf houdt geen informatie achter en heeft in 2013 ook direct alle informatie aan de toenmalige minister van Verkeer, Vervoer en Ruimtelijke Planning ter beschikking gesteld ‘om de 31 vragen die de overleden heer Wiels indertijd omtrent SMS-loterijen aan de regering had gesteld, te kunnen beantwoorden’, voor zover die betrekking hadden op UTS.