Van een onzer verslaggevers
Willemstad - De Caribische eilanden van het Koninkrijk concurreren met Panama waar het gaat om de keuze die Nederlandse bedrijven maken voor het land van waaruit zij handel willen drijven met Latijns-Amerika.

Het voordeel van Panama ten opzichte van de Caribische delen van het Koninkrijk is dat het een snellere aansluiting op de Grote en Atlantische Oceaan biedt, en dat er tevens sprake is van regelmatige transportverbindingen. Neemt niet weg dat Nederlandse bedrijven positief tot neutraal zijn over de aanwezige faciliteiten en dienstverlening op de eilanden in het Caribisch deel van het Koninkrijk. De belangrijkste redenen om via de eilanden zaken te doen zijn: kennis van de Latijns-Amerikaanse cultuur (van zakendoen), de aanwezigheid van een netwerk van bedrijven in Latijns-Amerika waarmee zaken kan worden gedaan, en de aanwezige financiële infrastructuur op de eilanden. Voor Nederlandse ondernemingen is handel met Latijns-Amerika via het Caribische deel van het Koninkrijk interessant vanwege de bestaande vrijhandelszones, de havenfaciliteiten en de aanwezige verkopen matchmakingactiviteiten op de eilanden. 

Maar niet alles wordt als positief ervaren: ,,De veelheid aan vereiste vergunningen die nodig zijn om zaken te doen wordt negatief gewaardeerd. Ook zijn de Nederlandse bedrijven minder te spreken over de kwaliteit van de dienstverlening van de banken. Er is behoefte aan een centrale organisatie die informatie verschaft over zaken doen op de eilanden”, zo staat in een onlangs gepubliceerd SEO Economisch Onderzoek (SEO) dat is uitgevoerd in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het onderzoek betreft de ervaringen en behoeften van het bedrijfsleven bij hun handel met Latijns-Amerika. Er zijn webenquêtes uitgevoerd onder Nederlandse en lokaal gevestigde bedrijven in de periode november 2014 tot februari 2015. Doel van het onderzoek is om vanuit het perspectief van ervaringen en behoeften van bedrijven in Nederland en op de eilanden, een bijdrage te leveren aan de discussie over vervolgstappen en te nemen beleidsmaatregelen die zijn gericht op de verdere ontwikkeling van de handel van het (Caribische deel van het) Koninkrijk met Latijns-Amerika. Over de Caribische eilanden staat in het onderzoek: ,,De fiscale en juridische dienstverlening wordt positief gewaardeerd; de luchthavens, havens en de fiscale wetgeving worden positief tot neutraal gewaardeerd.”
Het onderzoek is uiteindelijk onder een beperkte groep Nederlandse bedrijven uitgevoerd. Maar zo staat in het rapport: ,,Niettemin, heeft dit geresulteerd in een weliswaar beperkte, maar in deze context interessante groep van 43 bedrijven
die willen handelen of hun handel willen uitbreiden met Latijns-Amerika. Het merendeel van deze respondenten geeft aan handelsbarrières te ervaren in Latijns-Amerika, die gelegen zijn in hoge invoerrechten, local content-vereisten en lange en ingewikkelde importprocedures. Deze Nederlandse bedrijven ervaren meer handelsbarrières in Latijns-Amerika dan bedrijven in Aruba, Curaçao
en Bonaire.” Van de 35 Nederlandse bedrijven die handelen met Latijns-Amerika, maken 4 gebruik van faciliteiten en dienstverlening in de Caribische delen van het Koninkrijk en overwegen 11 dat te doen.