New York - De aandelenbeurzen in New York boekten flinke winsten, geholpen door forse koersstijgingen in de energiesector. Diverse opbeurende berichten over de oliemarkt leidden tot een stevige opmars van de olieprijzen. Ook speculeerden beleggers op een vertraging in de plannen van de Fed om de rente te verhogen.

De Dow-Jonesindex sloot 0,7 procent hoger op 17.880,85 punten. De S&P 500 steeg 0,7 procent tot 2080,62 punten en de Nasdaq ging 0,6 procent vooruit tot 4917,32 punten.

Wall Street opende lager op de aanwas van slechts 126.000 banen vorige maand. Het cijfer, dat vrijdag al werd bekendgemaakt, bleef fors achter bij de gemiddelde verwachting van economen, die rekenden op 245.000 nieuwe arbeidsplaatsen.

President William Dudley van de Federal Reserve Bank van Dallas zei dat de Fed waarschijnlijk zeer kleine stapjes neemt zodra begonnen wordt met het verhogen van de rente, die al sinds eind 2008 tussen 0 en 0,25 procent staat. Dudley was de eerste Fed-functionaris die met commentaar naar buiten kwam sinds het banenrapport.

De prijs van een vat Amerikaanse olie steeg met 5,6 procent tot 51,91 dollar. Negen van de tien sterkste stijgers in de breed georiënteerde S&P 500 waren energiebedrijven. Boorplatformverhuurder Transocean spande de kroon met een plus van 10,1 procent, gevolgd door de branchegenoten Diamond Offshore Drilling en Ensco met winsten tot 5,8 procent.

De spreekwoordelijk vreemde eend in de bijt was Mattel. De fabrikant van onder meer Barbiepoppen werd 6 procent meer waard na een aantal positieve analistenrapporten.

Het Nederlandse biotechbedrijf UniQure, dat sinds februari vorig jaar genoteerd is aan de Nasdaq, won 47 procent tot 33,61 dollar. UniQure, dat voor 17 dollar per aandeel naar de beurs ging, kondigde een samenwerkingsovereenkomst met de Amerikaanse farmaceut Bristo-Myers Squibb aan.

Hudson City Bancorp (min 6,7 procent) was de sterkste daler in de S&P 500. Beleggers maakten zich zorgen dat de voorgenomen verkoop van het bedrijf aan branchegenoot M&T Bank Corp (min 2,7 procent) mislukt door gestuntel bij de Federal Reserve. De centrale bank liet M&T weten de beoogde transactie niet voor de deadline van 30 april door te kunnen lichten.

De euro was 1,0939 dollar waard, tegen 1,0870 dollar bij het slot van de Europese beurzen afgelopen donderdag.