BES

Van onze correspondent
Den Haag - Tweede Kamerlid Chris van Dam (CDA) wil verduidelijking in de regels voor de maximale groepsgrootte die volgens de coronawet is toegestaan op Bonaire en Saba.

F14 BON Groepsgrootte2In een notaoverleg dinsdagavond met zijn partijgenoten ministers Hugo de Jonge van Volksgezondheid en Ferd Grapperhaus van Justitie en Veiligheid diende hij hierover een motie in, die in de Kamer voor enige verwarring zorgde.

Het gaat om artikel 3 in de ministeriële regelingen. Daarin worden (voor Bonaire) achtereenvolgens aantallen van 25 en 10 genoemd en ‘twee huishoudens’. ,,Het criterium hiervoor staat niet in de regeling”, aldus Van Dam. Daarover staat wel iets in de toelichting, maar hij vindt dat niet van burgers mag worden gevraagd de toelichting op een wet te lezen.

Het Kamerlid vindt het ook vreemd dat er voor ieder eiland een andere regeling geldt. ,,Dat is het resultaat van de afstemming met de Eilandsraden”, zei minister De Jonge over het laatste punt. Omdat er ook tussen de eilanden onderling schaalverschillen zijn, is er een op elk eiland toegespitste regeling gemaakt.

De verschillen in maximale groepsgrootte zijn volgens De Jonge in de regelingen opgenomen zodat de gezaghebber die kan ‘aanzetten’ afhankelijk van het dreigingsniveau van de besmettingen. ,,De verschillende maatregelen zullen nooit op hetzelfde moment gelden.” De gezaghebber zal ook moeten uitleggen waarom hij maatregelen aan- of uitzet.

Voor Van Dam was dat antwoord onvoldoende. ,,Er zou in de artikelen opgenomen moet zijn bij welk risiconiveau een groepsgrootte van 25 geldt, wanneer 10 en wanneer twee huishoudens.” Hij diende daarom een motie in die vraagt om aanpassing en verduidelijking van artikel 3 van de regeling. De Jonge ontraadde de motie, omdat de regeling op dit moment niet is aan te passen. Hij wil wel nadenken over een aanpassing van de regeling bij een wijziging in de toekomst.

Dat leidde aan het einde van het debat nog tot verwarring onder de aanwezige Kamerleden, omdat niet duidelijk was of hun ingediende moties over de Nederlandse regeling wel voor de nu voorliggende regeling gleden of ook alleen voor een toekomstige wijziging. Van Dam vond bovendien dat het in zijn motie om een wetstechnische kwestie gaat, die opgelost moet worden. Maar hij wilde ook niet de hele regeling afschieten. Minister Grapperhaus en later ook voorzitter Paul van Meenen verduidelijkten dat op dit moment alleen ja of nee gezegd kan worden tegen de hele regeling en een aangenomen motie moet worden opgenomen in een wijzigingsvoorstel.