Door Ajay Surjbalisingh
De euro is blootgesteld aan enkele stevige politieke en economische risico’s binnen een korte tijd. Verkiezingen in Italië komende zondag, de stemming op een voorstel van een coalitie van de Duitse sociaaldemocraten, slechts een paar dagen voordat de ECB op 8 maart besluiten neemt met betrekking tot het (verruimende) monetair beleid.

De Amerikaanse arbeidsmarktdata komen eveneens volgende week donderdag uit. Het netto-effect van deze gebeurtenissen op de euro kan substantieel zijn en moeilijk te kwantificeren.
marketupdateHet meest waarschijnlijke scenario voor Italië is dat geen enkele partij een meerderheid bereikt en een technocratische regering of een brede coalitie wordt gevormd. Dit scenario is het meest geliefd bij markten die de ervaring met Griekenland niet zijn vergeten. Het tweede scenario van een meerderheidsregering met de centrumrechtse Noordelijke Liga en de populistische vijfsterrenbeweging (M5S) is meer een zorg. In de afgelopen jaren hebben de markten negatief gereageerd op de financiële en politieke instabiliteit in Griekenland; de Italiaanse economie is acht keer groter met 2,2 biljoen euro aan schulden. Elke beleidsombuiging in de Italiaanse politiek zal een veel grotere impact hebben op de Europese economie.
Analisten voorspellen dat, als een of beide rechtse partijen deel uitmaken van een regering, het vertrouwen zal kelderen en de euro verder zal dalen. Toch laten beleggers zich sterk leiden door een enorm vertrouwen in de opleving van de wereldeconomie en de groei van het bruto binnenlands product (bbp) in Italië. Politieke gebeurtenissen lijken minder impact op de economie en de markten hebben. Terwijl de werkloosheid in Italië daalde van 11,8 procent van de beroepsbevolking aan het eind van 2016 tot 10,8 in december 2017, blijft het ruim boven het gemiddelde van de eurozone van 8,7 procent en Duitsland van 3,6 procent. De bbp-groei in Italië was slechts 1,4 procent, minder dan 1,7 procent van Groot-Brittannië dat worstelt met brexit en van 2,5 procent van het eurogebied, maar de hoogste sinds 2007.
Een overwinning voor de vijfsterrenbeweging in Italië, die bekend staat als ‘euro-sceptisch’, betekent niet per se een referendum over de euro, maar beleggers zullen minder vertrouwen hebben om beleggingen in het eurogebied te verhogen. Een groter gevaar wordt gevormd door politieke instabiliteit in de grootste economie van het eurogebied: een nieuwe en bredere coalitie in Duitsland behoort tot het basisscenario.
Als het gaat om het monetair beleid, blijkt uit een onderzoek van Bloomberg dat economen verwachten dat het verruimend monetair beleid (dat wil zeggen: lage rente en geldinjectie in de economie door de European, Central Bank, ECB) in juni zal worden beëindigd. De kans op een omkering van het beleid neemt toe, waardoor de rente eerder zou kunnen stijgen dan verwacht, vooral omdat de ECB de vertragende inflatie als voorbijgaand heeft gekwalificeerd en zich richt op de trend die stijgende is.
De euro daalde in februari voor het eerst in vier maanden, maar noteert nog steeds hoger sinds begint dit jaar. De zogenaamde ‘bullish’ trend houdt is nog steeds intact, maar zal volgende week een zware politieke toets ondergaan.