De dollar verzwakte deze week ten opzichte van de G10-valuta’s behalve het Britse pond (GBP).
Donderdag maakte het kabinet Trump enige details bekend van de belastinghervormingen zoals belastingen voor multinationals die winsten buiten de VS maken, beperking van de hypotheekrenteaftrek voor de eigen woning, belasting op repatriëring van vermogens et cetera.
De reactie van de markten bestond uit aankopen van treasuries waardoor het 10-jarig rendement op staatsobligaties daalde naar een nieuw dieptepunt van 2,34 procent. Als gevolg daalde ook de dollar. Aandelen van bouwbedrijven daalden eveneens. Beperking van de fiscale aftrek van de hypotheekrente is kennelijk niet goed voor huizenbezitters en hypotheekverstrekkers, noch voor huizenbouwers.
Gisterochtend gaven de arbeidsmarktcijfers de dollar een trap na: ook al daalde de werkloosheid van 4,2 naar 4,1 procent, het laagste niveau in 17 jaar, de verbetering van de werkgelegenheid was minder dan verwacht. Voorts blijken de lonen niet te zijn gestegen en daalden zelfs lichtjes. Markten interpreteren dit als een zwakte in de arbeidsmarkt die kan leiden tot uitstel van de verwachte renteverhoging in december.
De Bank of England verhoogde de rente voor het eerst in 10 jaar van 0,25 naar 0,5 procent om te voorkomen dat de inflatiedruk verder toeneemt. Ondanks de renteverhoging tuimelde het GBP: valutahandelaren zijn van mening dat het nog lang kan duren voordat de centrale bank van het Verenigd Koninkrijk de rente weer verhoogt te midden van complexe brexit-onderhandelingen. Afgelopen donderdag beleefde het GBP de slechtste handelsdag sinds het referendum dat de brexit goedkeurde: toen raakte de valuta in een vrij val. Deze week daalde het pond van 1,145 tot bijna 1,12 gisterochtend. Markten verwachten pas in augustus 2018 een vervolgstap van de centrale bank.
De euro had het meeste voordeel van deze ontwikkelingen en steeg deze week ten opzichte van de dollar van 1,16 tot bijna 1,1690. Deze kracht van de euro heeft echter geen momentum aangezien de eurozone nog steeds worstelt met de ombuiging van het monetair verruimingsbeleid, naast de politieke spanningen in Spanje.
Olie daalde van 55 naar 54 dollar per barrel: de grootste producenten van ruwe olie, Saudi-Arabië en Rusland, geven tegenstrijdige signalen af met betrekking tot de verlenging van het contract dat voorziet in productieverlaging. Het is niet duidelijk of Opec, Rusland en andere gelieerde olieproducenten elkaar zullen vinden om het akkoord te verlengen dat in maart 2018 vervalt. Terwijl Saudi-Arabië uitgaat van een verlenging, geeft Rusland aan niet overtuigd te zijn van de effectiviteit van een productievermindering van 1,8 miljoen barrels per dag.
Courtesy van RBC Royal Bank NV - Foreign Exchange Trading Dutch Caribbean