Van onze redactie

New York - De effectenbeurzen in New York zijn dinsdag met winst gesloten.

Beleggers waren vooral in afwachting van de uitkomst van de beleidsvergadering van de Federal Reserve op woensdag. Ook deden ze het rustig aan als gevolg van de Griekse schuldenkwestie, die nog altijd voor onrust zorgt op de financiële markten wereldwijd.

De Dow-Jonesindex sloot 0,6 procent hoger op 17.904,48 punten. De brede S&P 500 noteerde eveneens 0,6 procent hoger op 2096,29 punten. Technologiebeurs Nasdaq steeg 0,5 procent tot 5055,55 punten.

De Fed is inmiddels aan zijn tweedaagse beleidsvergadering begonnen. De Amerikaanse centrale bank houdt de rente waarschijnlijk onveranderd. Beleggers hopen echter wat meer duidelijkheid te krijgen over de timing van een renteverhoging. Fed-president Janet Yellen zal woensdag ook een toelichting geven op het rentebesluit. De markt denkt dat de centrale bank in september zal beginnen met het verhogen van de rente.

Eerder op de dag bleek uit cijfers van de Amerikaanse overheid dat het aantal in aanbouw genomen woningen in de Verenigde Staten in mei met 11,1 procent is gedaald tot 1,036 miljoen op jaarbasis. In april steeg de woningbouw nog met ruim 22 procent.

Luchtvaartmaatschappij American Airlines noteerde een verlies van 1,5 procent. De maatschappij kondigde aan de levering van 35 Airbus-vliegtuigen met enkele jaren uit te stellen.

Vliegtuigmaker Boeing sloot nagenoeg onveranderd. Mogelijk wachten investeerders op de definitieve uitkomst van de luchtshow in Parijs. Zowel Boeing als de Europese concurrent Airbus wisten daar op dag twee van de show nieuwe orders binnen te halen.

Cosmeticagroep Coty won krap 20 procent. Het concern lijkt de belangrijkste gegadigde om een aantal activiteiten van Procter & Gamble (P&G) over te nemen. P&G won 1,3 procent als gevolg van het nieuws, dat door persbureau Reuters op basis van ingewijden naar buiten werd gebracht.

De euro was bij de slotbel 1,1242 dollar waard, tegen 1,1230 dollar bij sluiting van de Europese beurzen op dinsdag. De prijs van een vat Amerikaanse olie steeg 0,8 procent tot 60,01 dollar. Brentolie werd 0,3 procent goedkoper op 63,73 dollar per vat.