Raadsvergadering verheldert niet en moties aangehouden

Van onze correspondent
Kralendijk - De leden van de oppositiepartijen wilden donderdagavond tijdens een ingelaste eilandraadsvergadering vooral weten hoe het, in hun ogen, zo vreselijk mis heeft kunnen gaan met het afgeven van een natuurvergunning aan Chogogo Dive&Beach Resort. De coalitieleden gingen juist vooral in op details en niet op het proces. Aan het einde van de vergadering bleek dat het BC weliswaar gezamenlijk naar buiten treedt maar dat er intern wel verschillend over de zaak wordt gedacht.

F15 BON raadsvergadering 2 KIESVoorafgaande aan de eigenlijke vergadering gaf Judith Raming van Stichting Nationale Parken Bonaire (Stinapa) tekst en uitleg over de rol die haar organisatie heeft gespeeld in de casus Chogogo. Raming bevestigde het verhaal dat een ambtenaar van Toezicht en Handhaving (T&H) door iemand van het resort bedreigd en fysiek bejegend is en dat er op 12 november door de gezaghebber is gezegd dat er niet meer gehandhaafd hoefde te worden. Clark Abraham (PDB) wilde het naadje van de kous weten en vuurde vraag na vraag af op het BC. Abraham verwijt het BC dat ze de regels, die ze zelf hebben opgesteld, niet naleven en dat het besluit om de natuurvergunning toch te verlenen genomen is vóórdat de aanvraag binnen was. Hij vroeg zich hardop af ‘wanneer dit BC eindelijk opstapt’. Volgens onafhankelijk raadslid Daisy Coffie is het de taak van de overheid om de regels te handhaven. ,,In dit geval doet de overheid dat niet en de gemaakte fouten worden ook niet gecorrigeerd”, aldus Coffie en dit heeft volgens haar een gefrustreerde gemeenschap tot gevolg.
Bij de coalitie van UPB en MPB ging het vooral om details en om de economische gevolgen. Zo werd de vraag gesteld of er bewijs is dat het zand schadelijk is en onder wiens verantwoordelijkheid T&H valt. Esther Bernabela gaf toe dat er fouten zijn gemaakt maar bagatelliseerde deze ook meteen. ,,Zijn deze fouten te rechtvaardigen? Nee, maar ze zijn wel te begrijpen”, aldus Bernabela. Vervolgens stelde ze de vraag of een keermuur gegarandeerd het zand tegenhoudt. Edison Ellis (MPB) wilde weten waarom er geen vergunningencommissie is en Elvis Tjin Asjoe (MPB) vroeg zich af hoeveel mensen hun baan hadden verloren indien het resort niet op tijd open was gegaan. Hij is wel van mening dat het BC de raad eerder op de hoogte had kunnen stellen van de mondelinge gedoogbeslissing. Hij zegt onder geen voorwaarde een motie te steunen om het BC naar huis te sturen, vraagt zich af of we eigenlijk wel angst moeten hebben voor zand in het water en laat weten dat het volk wil dat het BC haast maakt met andere onderwerpen, zoals de wegen. ,,Soms moeten we dingen gewoon doen, ook als je al weet wat de reactie kan zijn. Een motie om de handen uit de mouwen te steken zal ik steunen, maar om het BC weg te sturen niet.”
Gezaghebber Edison Rijna liet tijdens de beantwoording van de vragen weten dat hij nog steeds vindt dat hij juist gehandeld heeft. Volgens hem is een gedoogbeslissing niets nieuws en wordt het van geval tot geval bekijken. Dit antwoord ontlokte bij Abraham de opmerking dat het dus willekeur is, maar hier was Rijna het niet mee eens. Gedeputeerde James Kroon raakte zichtbaar geïrriteerd toen Abraham hem keer op keer onderbrak om een verduidelijkende vraag te stellen. ,,Abraham speelt zijn liedje en wil dat we meezingen maar ik geef mijn eigen antwoord”, aldus Kroon die opmerkelijk genoeg de schuld van eventueel gemaakte fouten bij de ambtenaren legde.
Aan het einde van het bijna vijf uur durende debat kondigde Abraham aan dat de fractie een motie van afkeuring wil indienen tegen het bestuurscollege als geheel en een motie van wantrouwen tegen de vier leden afzonderlijk, maar deze aan te houden tot komende dinsdagavond wanneer het BC nog een aantal vragen moet beantwoorden. Ook stelde hij de leden van het BC de vraag of ze nog steeds achter de beslissing staan. Rijna en Kroon gaven aan nog steeds pal achter hun handelen te staan maar Hennison Thielman en Nina den Heijer hielden wat slagen om de arm en verklaarden dat de hele gang van zaken niet de schoonheidsprijs verdient.