BES

Komen tot consensus blijkt een moeizaam proces

Van onze correspondent
Philipsburg - Het bevorderen van dialoog over formele samenwerking en het vaststellen van gezamenlijke standpunten over gebieden van gemeenschappelijk belang waren de belangrijke uitkomsten van de BES-top die vorige week van 16 tot 18 januari plaatsvond in St. Maarten.

bessamenDit schrijven de eilanden Bonaire, St. Eustatius en Saba in een gezamenlijk statement.
Het belangrijkste doel van het driedaagse forum was om een gezamenlijke aanpak te blijven bevorderen voor administratieve en politieke uitdagingen waarmee de eilanden geconfronteerd worden, sommige als direct gevolg van de constitutionele overgang. De gesprekken stonden onder leiding van raadslid Glenville Schmidt van St. Eustatius, dat sinds juni 2023 het voorzitterschap van het samenwerkingsinitiatief van de eilanden heeft. Na afloop van de top waren de deelnemers het er volgens het statement over eens dat de bijeenkomsten een platform boden voor open debat en ook een kans om consensus te bereiken tussen de politieke instellingen van de eilanden. Dat het bereiken van deze consensus niet vanzelf ging blijkt misschien uit het feit dat de ontwerp-eilandsverordening ‘gemeenschappelijke regeling Bonaire, Saba en Sint Eustatius 2024’ die aan de deelnemers werd voorgelegd bij Saba en Statia blijkbaar zoveel tegenstand opriep dat het niet verder is gekomen dan een document vol opmerkingen en doorhalingen waarin soms tot op de komma kritiek is geleverd. In het document wordt onder meer voorgesteld een ‘Caribische Coördinatieraad’ op te richten, compleet met 9 medewerkers en een secretaris-generaal. De raad moet verregaande bevoegdheden krijgen om namens de eilandsraden op te treden. Saba en Statia, die het voorstel pas vorige week onder ogen kregen, hebben het rode potlood goed gebruikt. Veel moet in hun ogen worden veranderd en hele passages zijn zelfs geschrapt.
Het gemeenschappelijke doel van deze eilandentop was om te werken aan een gezamenlijk mechanisme voor permanente samenwerking tussen de eilanden en om gedetailleerd inzicht te krijgen over de verschillende prioriteiten op de eilanden met betrekking tot de wijzigingen van de WolBES en FinBES. ,,Aangezien die wijzigingen momenteel worden aangebracht in deze fundamentele wetten, is het van belang dat de eilanden hun gedeelde zorgen vaststellen voordat de wetgeving aan de Tweede Kamer wordt voorgelegd”, aldus de eilanden. Ze zeggen het als een historische gelegenheid te beschouwen dat zij op eigen initiatief hun eigen samenwerking tot stand kunnen brengen. Ze erkennen ook dat het opbouwen van consensus soms als een moeizame taak kan worden ervaren. Ze blijven zich ervan bewust dat dit een gezamenlijke inspanning is en dat het belangrijk is om elkaar te blijven steunen, zelfs als ze van mening verschillen, zo blijkt uit hun gezamenlijke verklaring.
De eilanden hebben aan het einde van de top verklaard om samen te blijven werken, ‘aangezien dit in het belang is van alle inwoners van de drie eilanden’. Een werkgroep, bestaande uit een gedeputeerde en de fractieleiders van elk eiland, zal worden opgericht om vooruitgang op verschillende onderwerpen te waarborgen. Het voorzitterschap van de gezamenlijke samenwerking zal na juni 2024 naar Saba gaan en de volgende top vindt plaats in Den Haag, in maart 2024.