BES

Van onze correspondent
Den Haag - Het personeelstekort in vooral het primair onderwijs in Caribisch Nederland heeft de volledige aandacht van Onderwijsministers Ingrid van Engelshoven en Arie Slob.

BON lerarenEen aantal fracties in de Tweede Kamer heeft zich daarover bezorgd getoond. In samenwerking met de Caribische landen wordt gewerkt aan oplossingen, schrijven de ministers in hun reactie.
Een belangrijk onderdeel hierin is de Lerarenopleiding Funderend Onderwijs (Lofo), die door de University of Curaçao op Bonaire ‘in stand wordt gehouden’. Er worden afspraken gemaakt door de ministers over structurele financiering. Van Engelshoven en Slob hopen dat de gesprekken in 2020 tot resultaat leiden.
In het lopende studiejaar zijn er ruim twintig studenten aan de Lofo begonnen en de hoop is dat er hierdoor meer lokale leerkrachten voor de klas komen, die langer zullen blijven dan leerkrachten van buiten de eilanden. Maar voor een deel zullen de scholen afhankelijk blijven van mensen uit Europees Nederland, schrijven de ministers.
Het is de bedoeling dat in juni 2020 wordt begonnen met een ‘aspirant opleidingsschool’ voor tweedegraads, en in de toekomst ook eerstegraads leraren voor het Caribisch gebied. De voorbereidingen hiervoor worden door vier schoolbesturen en drie lerarenopleidingen op de Benedenwindse eilanden uitgevoerd, wat moet uitmonden in een ontwikkelplan.
Om de verbeterde kwaliteit van het onderwijs te behouden en nog verder te verbeteren, geeft het ministerie ook steun aan de schoolbesturen, aldus de bewindslieden. Dat gebeurt door de inmiddels bekende bestuurscoaches, het subsidiëren van taalcoördinatoren en op de Bovenwindse Eilanden door de invoering van Engelstalige examens. Verder is de aanpak, in samenwerking met andere ministeries, van de armoede onder de jeugd en het verbeteren van kinderopvang belangrijk.