Van onze correspondent
Oranjestad - Het College Aruba financieel toezicht (CAft) is niet te spreken over de najaarsnota 2022 (NJN) die de Arubaanse regering heeft ingediend. In de NJN staan de wijzigingen die dit jaar nog moeten worden uitgevoerd.
Ook over de tweede uitvoeringsrapportage (UR) 2022 heeft het College veel opmerkingen. Dit staat in de schriftelijke reactie die het CAft dinsdag naar minister Xiomara Maduro (MEP) van Financiën heeft gestuurd.

ARUministerNaast verschillende tekortkomingen, te weinig uitleg of te lage of te hoge bedragen verwijt het college de bewindsvrouw ook dat ze ‘herhaaldelijk’ de UR te laat indient. De tweede UR is op 23 augustus bij het CAft binnengekomen, terwijl de wet 12 augustus voorschrijft. ,,Het CAft verzoekt u de wettelijke termijn in het vervolg aan te houden”, sneert voorzitter Raymond Gradus. De NJN is wel op tijd ontvangen (op 30 augustus) en dat geldt ook voor de ontwerpbegrotingswijziging (OBW), die kwam op 31 augustus binnen.
Het college vindt dat de regering de aanbevelingen beperkt opvolgt. Het financieringstekort daalt niet voldoende. De regering neemt geen structurele maatregelen die effect hebben op de komende jaren. Daardoor loopt de schuld van Aruba onnodig op. Aruba zal waarschijnlijk op de binnenlandse markt moeten gaan lenen en gaat daardoor meer rente betalen.
De regering heeft de deadlines van de jaarrekeningen 2019 en 2020 niet gehaald. In de UR staat dat de jaarrekening 2019 in het vierde kwartaal bij de Staten zal worden ingediend. De jaarrekeningen 2020 en 2021 worden naar verwachting medio 2023 opgeleverd. Het CAft benadrukt het belang van het tijdig aanleveren van de jaarrekeningen.
In de UR staat een financieringstekort van 19 miljoen florin, over de eerste helft van het jaar. De collectieve sector heeft een overschot van 21 miljoen florin (0,4 procent van het bruto binnenlands product). Dit komt door positieve resultaten bij Aruba Tourism Authority (ATA) van 30 miljoen florin en bij de Sociale Verzekeringsbank (SVb) van 14 miljoen florin. Het CAft constateerde al bij de vierde UR 2021 dat het economisch herstel onvoldoende zichtbaar is in de opbrengst uit de loonbelasting.
De regering heeft in de NJN de personeelskosten verlaagd, van 433 miljoen naar 426 miljoen florin. Dat is een besparing van 7 miljoen florin die wordt bereikt door overwerken te beperken. Daarmee voldoet de begroting volgens het college aan de personeelslastennorm. Toch staat het in de UR anders, want daaruit blijkt dat overwerkvergoedingen in de eerste helft van het jaar zijn gestegen. Om de personeelslasten werkelijk te verlagen, moet dus minimaal 7 miljoen florin worden bespaard, aldus het CAft.
Het college merkt op dat de financiële knelpunten bij Serlimar niet zijn opgelost. Integendeel, in de begroting is extra budget voor deze overheidsdienst opgenomen, 3 miljoen florin. Noch in de UR, noch in de NJN wordt dit uitgelegd.
Een ander heikel punt is de te veel uitbetaalde loonsubsidie. De SVb moet in 2022 een bedrag van 49 miljoen florin terugvorderen. De SVb heeft hiervan al 32 miljoen florin geïnd. Het geld is echter niet overgedragen aan het Land.
De post goederen en diensten moest worden verlaagd met 39 miljoen florin. In de NJN staat dat de regering deze post wel verlaagd, maar met ‘slechts’ 14 miljoen florin. De UR geeft geen uitleg over dit lagere bedrag.
De AZV moet 60 miljoen florin besparen, maar gaat dit in 2022 niet halen. Volgens het CAft had de AZV juist een overschot moeten hebben, gezien de economische groei, de premieontwikkelingen en structurele bezuinigingen in de zorg.
De volledige brief van het CAft is te vinden op onderstaande website.
www.cft.cw