Van onze correspondent

Oranjestad - Minister Xiomara Ruiz-Maduro van Economische zaken, Financiën en Cultuur heeft Claudius Philips erkend als belangrijke cultuurgrootheid.

claudius Ze prees hem voor de energie waarmee hij zijn muziek en daarmee Aruba in het buitenland promoot. Philips woonde in The Colony, San Nicolas. Zijn moeder Susanne stond er met zes kinderen al snel alleen voor. Ze was alles voor Claudius en voor zijn carrière. Al op jonge leeftijd ontwikkelde hij een grote interesse voor muziek. Vooral muziek, die gebruikt werd bij tekenfilms van Bugs Bunny, Duffy Dog of Pink Panther. Maar hij zong ook in de kerk, waar hij stiekem naar de piano sloop om daar klanken aan te ontfutselen. Gospel, motown en andere ‘zwarte’ muziek had zijn belangstelling. Jo Stafford, Barry Manilow, Lionel Ritchie, Stevie Wonder, Buddy Miles en Jimi Hendrix. En vanaf die tijd droomde hij van het podium, hij wilde muzikant worden. Hij wilde op het podium staan. Philips heeft enkele maanden in Boston muziek gestudeerd. Dat heeft zijn kennis en inzicht in de diverse muziekstromingen verbreed. Omdat hij toen geen beurs kon krijgen, moest hij na een half jaar weer terug naar Aruba. Toch werd hij componist, arrangeur, pianist en zanger. Op zijn zeventiende deed hij mee aan het Valentine Talent Teen Festival in Sint Maarten, dat hij won. Daarna boekte hij het ene succes na het andere. Claudius is de ongekroonde koning van het Arubaanse carnaval. Tientallen keren werd hij Calypso King of Road March King. Zijn erelijst is oneindig. Zijn cd’s vinden gretig aftrek tot op Sint Maarten, Suriname, Nederland en New York. Iedereen kent zijn grote hit 'Saca e boem’, waarmee hij samen met zijn band Oreo grote faam verwierf.