Van een onzer verslaggevers
Oranjestad/Willemstad - De liquiditeitspositie van Sint Eustatius is problematisch. Met de jongste uitvoeringsrapportage is een geactualiseerde liquiditeitsprognose ingediend. Hieruit kan worden geconcludeerd dat Statia ultimo 2015 een liquiditeitspositie van circa 2,7 miljoen dollar verwachtte. Aangezien een jaar geleden, eind 2014, de liquiditeitspositie nog ruim 5 miljoen dollar bedroeg, betekent dit een afname gedurende 2015 van circa 2,3 miljoen dollar. Volgens de prognose is met name in december de liquiditeitspositie afgenomen.
Dit blijkt uit een schrijven van het College financieel toezicht (Cft). ,,Er dient op zeer korte termijn duidelijkheid te komen over de omvang van de geoormerkte gelden met betrekking tot de totale liquiditeitspositie”, aldus het College. ,,Deze middelen zijn tenslotte niet vrij besteedbaar en kunnen een vertekend beeld geven.” Daarnaast heeft het Cft geconstateerd dat in de uitvoeringsrapportage ten aanzien van de bijzondere uitkeringen een afwijkende uitgangspositie van ongeveer 1,8 tot 2 miljoen dollar wordt gehanteerd op 1 januari 2015 ten opzichte van de jaarrekening 2014 (3,7 miljoen ultimo 2014). ,,Gezien het vorenstaande blijft de liquiditeitspositie een punt van grote zorg. Het Cft verzoekt in volgende rapportages dit onderdeel nadrukkelijk te behandelen en daarbij aan te geven welke structurele maatregelen worden genomen om de liquiditeitsstand blijvend te verbeteren”, aldus het Cft aan het Bestuurscollege in Oranjestad.
De uitvoeringsrapportage is in december formeel aangeboden aan het Cft. In 2015 is aan Sint Eustatius diverse keren uitstel verleend voor het indienen van de wettelijke vereiste stukken, waaronder de uitvoeringsrapportages, de begroting 2016 en de verantwoording 2014. Vanwege het uitblijven van de diverse rapportages heeft het Cft gedurende 2015 slechts in beperkte mate kunnen beschikken over de noodzakelijke informatie betreffende de financiële situatie van het Bovenwindse eiland dat sinds 2010 integraal onderdeel uitmaakt van Nederland. ,,Een dergelijke situatie dient in de toekomst voorkomen te worden.”
De rapportage dient inzicht te geven in de uitvoering van de begroting 2015. Uit de gepresenteerde cijfers blijkt dat na het derde kwartaal circa 70 procent van de lasten en ongeveer 75 procent van de baten is gerealiseerd. ,,Dit betekent dat de realisatie van de baten naar verwachting is maar dat de realisatie van de lasten achterblijft.”
Bij het beoordelen van de uitvoeringsrapportage heeft het Cft een aantal constateringen gedaan. Zo zijn de geprognosticeerde lasten voor algemeen bestuur en verkeer, vervoer en waterstaat aanzienlijk lager geraamd ten opzichte van de realisatie 2014, te weten 0,8 miljoen respectievelijk 0,5 miljoen dollar. ,,Wegens het ontbreken van een adequate toelichting bij de uitvoeringsrapportage is niet duidelijk waardoor dit verschil mogelijk wordt veroorzaakt.”
Ten aanzien van de personeelslasten gaat de prognose voor 2015 uit van ruim 6,4 miljoen dollar. Bij de vastgestelde begroting 2015 was nog sprake van een totaal aan personeelslasten van circa 7,1 miljoen. De neerwaartse bijstelling wordt volledig veroorzaakt door enerzijds het anders bestemmen van de begrote vacatureruimte van 931.000 dollar en anderzijds door het toevoegen van de medewerkers van het Wegenfonds aan de personeelsbegroting. Aldus het Cft.