Van onze redactie
Rio de Janeiro - De motor van de vele Braziliaanse megaprojecten is de Nationale Bank voor Economische en Sociale Ontwikkeling (BNDES). Maar haar enorme groei sinds 2003 baart topeconomen zorgen. Brazilië bouwt al enkele jaren in hoog tempo waterkrachtcentrales, raffinaderijen, spoorwegen en havens, tot in het buitenland toe. De financiering komt vaak van de ontwikkelingsbank. Vorig jaar leende ze 187,8 miljard real (56 miljard euro) uit, meer dan een derde voor grote infrastructuurwerken. In jaartotalen gerekend overtreffen haar kredieten die van de Wereldbank. 

,,Sinds haar oprichting in 1952 is de BNDES strategische belangrijk geweest voor Brazilië”, zegt econoom Fernando Cardim de Carvalho, emeritus professor van de Federale Universiteit van Rio de Janeiro (foto). ,,Dat is in wezen niet veranderd. In zekere zin is de bank zelfs belangrijker dan vroeger. De bank heeft veel politieke modes overleefd, de ongebreidelde ontwikkeling onder Juscelino Kubitschek (1956-1961), de autoritaire planeconomie van generaal Ernesto Geisel (1974-1979), het neoliberalisme van Fernando Henrique Cardoso (1995-2002), die haar tevergeefs haar cultuur trachtte te veranderen. Door de geleidelijke ontmanteling van het planificatie- en interventieapparaat van de staat sinds het eind van het militaire regime (1985) werd de BNDES de laatste der Mohikanen: ze kan nog economisch beleid uitwerken voor het land, zij het op relatief beperkte domeinen. Het ministerie van Planificatie werd herleid tot een instantie voor de boekhoudkundige controle van de uitvoering van de begroting. Bij de erosie van de openbare sector in Brazilië overleefden maar twee economische instellingen: de BNDES en de Centrale Bank.”

De BNDES is van cruciaal belang voor de financiering van infrastructuurwerken, maar ze volstaat niet langer voor de Braziliaanse investeringsbehoeften. Daarom zijn aanvullende financieringsmechanismen nodig, zegt Cardim.
Of de BNDES optreedt, hangt af van de regering, die de meer algemene lijnen bepaalt. ,,Dat leidde tot een belangrijke fout”, zegt de econoom. ,,En dat is de bank te gebruiken als een instrument voor anticyclisch beleid” (een beleid dat de conjunctuurschommeling tracht te beperken). Cardims voornaamste kritiek op de regering is dat ze na het uitbreken van de wereldwijde crisis in 2008 overheidsmiddelen naar de bank overhevelde om de economische groei te bestendingen. ,,De bank dient om doelstellingen op lange termijn te realiseren, om de productie te transformeren.” Het is fout de BNDES andere taken te geven, zeker als ze daarbij afhankelijk wordt van de Schatkist, aldus de econoom.
Mauricio Dias David, die tot 2009 bij de bank werkte en nu economie doceert aan de Staatsuniversiteit van Rio de Janeiro, is nog scherper. Hij heeft het over ‘ongecontroleerde financieringsfaciliteiten voor veel onsamenhangende projecten en witte olifanten zoals de bouw of renovatie van voetbalstadions voor het wereldkampioenschap van 2014’. ,,Toen de BNDES klein was, was ze creatief en kritisch. Die capaciteiten raakte ze kwijt toen ze groeide en bureaucratischer werd. Grote projecten worden kritiekloos goedgekeurd. Later blijken de kosten de pan uit te swingen.”
De financiering van de BNDES is zes keer groter geworden tijdens de regeringen van de Arbeiderspartij, eerst van Luiz Inácio Lula da Silva (2003-2011), vervolgens van Dilma Rousseff. Het aantal medewerkers is verdubbeld deze eeuw; er werken vandaag 2.881 mensen
.