Door Roy Eversroyevers

Niet dat ik er iets op tegen heb, maar wij hebben de gewoonte om alles in superlatieven uit te drukken. Alles is geweldig, ‘out of this world’, nooit eerder vertoond, het beste van het beste. Je puf hoeft alleen maar iets meer te stinken dan die van de gemiddelde puflater of -laatster, en je bent al meteen de meesterpuffer van het eiland. Je wordt aangemoedigd om in het buitenland puffen te gaan laten.
Niettemin zijn superlatieven, bij wijze van uitzondering in de lokale muziekwereld, wel op hun plaats voor wat betreft de organisatie van en de optredens tijdens het North Sea Jazz Festival editie Curaçao van afgelopen vrijdag en zaterdag.
Nu kom je bij het beoordelen van hoogkwalitatieve muziekoptredens op bijzonder gevaarlijk terrein, namelijk dat van de smaak, waarover, zoals reeds in de Oudheid was vastgesteld, niet valt te twisten. Optredens die bij het grote publiek in de smaak vallen, zijn niet noodzakelijkerwijs de beste. Kwantiteit is geen garantie voor kwaliteit. En dan heb ik het hier bijvoorbeeld over het optreden van Juan Luis Guerra op zaterdag om 20.30 uur op het Sam Cooke-podium, arme Sam.
Fossiele nummers werden ten gehore gebracht waarbij het bij het publiek meer ging om de dansbaarheid dan om het luistergenot van de liedjes. Een makkelijke opdracht voor de musici, het bekende repertoire afdraaien. Ik moet eerlijkheidshalve bekennen dat ik op een gegeven moment onwillekeurig mee ging bewegen op het ritme van de merengue ‘Buscando visa para un sueño’. Gelukkig niet dusdanig dat het opviel.
Anders was het gesteld met de optredens van Dianne Reeves en Janelle Monáe -toevallig allebei vrouwelijke performers, maar daar moet u niets achter zoeken -, de twee hoogtepunten van het festival voor wie superlatieven tekortschieten. Deze mening deel ik met een representatief aantal bezoekers van het festival die als kenners te boek staan, waardoor wij de these als een vaststaand feit kunnen beschouwen. Dus Dianne Reeves en Janelle Monáe waren de hoogtepunten van respectievelijk de vrijdag- en de zaterdagavond.
De muzikale stijlen van deze twee artiesten lopen zeer uiteen. Dianne Reeves vertegenwoordigt de solide blues- en jazztraditie, in het verlengde van Billie Holiday, Ella Fitzgerald en Sarah Vaughan. Zij is 57 en zou bij wijze van spreken uw echtgenote kunnen zijn. Ik miste een nummer dat zij vaak zingt: ‘Be my husband’. Nu ik dit schrijf, realiseer ik mij dat zij het enige jazzoptreden op de vrijdagavond was, één van de acht, 12,5 procent. Ik wil hier geen conclusies uit trekken.
Janelle Monáe is een ander verhaal. Zij produceert psychedelic soul en draait op kernenergie. Terwijl ik naar haar optreden zat te kijken en te luisteren, voelde ik mij tien, twintig jaar jonger. Ik deed de danspasjes na in mijn hoofd. Op een gegeven moment kreeg ik de drang om op te springen en uit mijn dak te gaan, hetgeen ik mij gezien mijn positie natuurlijk niet kon permitteren. Ik ken haar niet persoonlijk maar zij leek mij sympathiek, prettig en lief.
Janelle Monáe is 28 en wat leeftijden betreft, leek het op een festival van omroep MAX: Smokey Robinson (74), Dr. John (73), Maceo Parker (71), Rod Stewart (69), Henry Butler (64), Nile Rodgers (61), Chaka Khan (61).
Dr. John bracht ons terug naar onze goede oude studententijd met zijn fantastische voodoomuziek uit New Orleans (‘Walk on guilded splinters’), een goed begin van de zaterdagavond in de Celiazaal. Later op de avond zou hij in dezelfde zaal overtroffen worden door Henry Butler, eveneens uit New Orleans, die ons met zijn bezetting van negen personen meenam naar Bourbon Street. Op zijn beurt een goede afsluiting van de zaterdagavond.
Nu de jongeren. Janelle Monáe heb ik al genoemd, er resteren nog Joss Stone en Bruno Mars. Joss Stone zong lieftallige soulmuziek onder de sterrenhemel aan het strand. Er stond een koele bries. Wat wil je nog meer? Genoeg om verliefd te worden op een paard.
Ik kom nu op een heikel punt, Bruno Mars. Ik vond er niets aan. In die mening sta ik helaas alleen, puur subjectief dus.
Ook het publiek was kwalitatief in orde. Zaterdagavond op weg naar de uitgang werd ik omhelsd door een dame die ik niet kende. Zij zag mij voor iemand anders aan. Nochtans voelde ik haar volle boezem tegen mijn borst aandrukken. Een prettig afscheid van het festival.