Door Gonneke van den Kieboom
Lijden is onze raison d’être. Wie anders beweert, kan de hemel wel op z’n buik schrijven. Tuurlijk, ’n lang en gelukkig leven is waar we voor gaan, en dan naar de hemel. Nastreven van geluk is ontduiken van lijden. Iedereen weet dat heus wel, en dat geluk onherroepelijk leidt tot lijden. En bovendien, gelukkig zijn is alleen maar leuk als er een flinke dosis lijden tegen over staat. Geluksgevoel is niet vast te houden, al ken ik wel mensen die net doen alsof. Boeddhisten zijn daar dag in dag uit mee bezig, leren dat ‘iedere sensatie, heerlijk of pijnlijk, vrolijk of verdrietig, fijn of naar, plezierig of irritant, in z’n kern hetzelfde is: de sensatie, het gevoel, gemoed komt op, en ebt weg. Op weg naar geluk hoop je dat ‘t lekkere gevoel zich zo snel mogelijk aandient. En als het daar is, hoop je dat het zo lang mogelijk voelbaar voortduurt. Dit is op zich al lijden, het leidt af van het gelukkig voelen; de frustratie dat het altijd te lang op zich laat wachten; de angst dat het zo weer over is.
De gebeurtenissen van onze laatste weken, richten onze focus op lijden. En daarin zijn we ietwat selectief. Facebook legt dat mooi bloot. Wie een internationaal FB-vriendenbestand heeft, ziet alle verschillende lijdenswegen samenkomen. Ik heb daarin de tranentrechter ontdekt. Hoe meer ellende we op ons af krijgen, hoe wateriger het medeleven. Het lukt gewoon niet om alle leed echt invoelend te verwerken. En op FB maken we dat duidelijk met een ‘like’. I like your pijn, verdriet, boosheid, onrecht, oorlog, doodslag, marteling en verkrachting. De scope is dan veelbetekenend; hoe verder weg, hoe onbekender de plek des onheils, hoe massaler het onrecht, hoe minder we ons ermee kunnen identificeren. Maar wel ‘liken’. Dat is niet aso, dat is menselijk. We filteren leed, de spoeling wordt dikker als het ongeluk dichterbij komt. Als het ‘ons’ aangaat, mensen die we herkennen als landgenoten, vakgenoten, voorbeeldfiguren of helden, dan voelen we dat meteen in de traanbuizen. De tranen in de tranentrechter komen al dichter bij de doorgang. Rutger Bregman schreef treffend in zijn artikel op www.decorrespondent.nl: ,,Maar mensen zijn beperkte wezens. We geven meer om mensen op wie we lijken. Dezelfde taal, hetzelfde uiterlijk, dezelfde omgeving. Mensen zijn geen machines voor wie ieder leven evenveel waard is.”
En dan is er opeens iemand die we echt kennen, want hij was een YDK, en zien we onze vlag voorbijkomen in een optocht van rouwende mensen. Da’s het kritieke punt in de tranentrechter - want nu wordt het een keuze: tranen van ontroering bij het zien van onze vlag in een optocht tegen zinloos geweld terwijl we zelf nog natrillen van de schietpartij op Hato? Of tranen van verdriet, omdat we ons identificeren met het leed van gemis. Het onderscheid tussen geluk (ontroering) en lijden (verdriet) wordt dan heel troebel. Maar goed, tranen vertroebelen altijd. Inmiddels kolkt het tranenvocht versneld in de tranentrechter.
En onmiddellijk posten we alle vormen en soorten van betrokken verdrietigheid op FB. Opvallend is dat dan ook meteen de gelukzoekers zich melden, want zo veel verdriet moet zo snel mogelijk met dankbaarheid en ‘ik ben blij dat ik leef’ worden weggekust. Opgelucht ‘liken’ we die optimistische posts. Van lijden willen we namelijk altijd dat het zo kort mogelijk duurt. Daarom gaan we zelden door tot de laatste snik. Dat doe je alleen met heel verschrikkelijk erg niet te stoppen eigen verdriet of lijden. Dat is de laatste traan uit de tranentrechter en die moet eruit worden getrokken. Als een stroperige dot ketchup. Die aller-allerlaatste traan pers je er nog net uit voor het lijden eindigt. En dan is daar de hemel! Toch?

Gonneke van den Kieboom is merkstrateeg en trendwatcher en signaleert van alles dat menselijk gedrag duidt.