De opiniegroep Hustisia Sosial Kòrsou (HSK) pleit voor de snelle introductie van een mediawet op Curaçao. De toelichting van de resolutie daartoe heb ik met belangstelling gelezen. Mijn interesse behelst met name enkele aspecten van die gewenste mediawet die volgens mij misschien wel wenselijk, maar amper realiseerbaar zijn binnen de huidige Curaçaose situatie.
Dat het kwalitatief slecht gesteld is met de journalistiek op Curaçao is niet nieuw. Dat is al jaren zo en de vooruitzichten zijn niet hoopgevend. Die verslechtering staat uiteraard niet los van de ongebreidelde toename de laatste jaren van vooral het aantal kranten en radiostations. Voor een klein eiland met amper 150.000 potentiële lezers/luisteraars/kijkers zijn acht dagbladen en ruim twintig radiostations buitenproportioneel veel. Alhoewel het aantal tv-stations vooralsnog beperkt is tot twee, is ook daar amper sprake van goede journalistieke kwaliteit.
Het moet voor iedereen duidelijk zijn dat kwantitatief meer media, meestal niet een kwalitatieve verbetering inhoudt. Het omgekeerde is veelal het gevolg. Ach, men zou er nog wat begrip voor kunnen opbrengen indien er iets zinnigs werd vermeld door bijvoorbeeld al die kranten, maar dat is doorgaans niet het geval. Het is vooral bladvulling met schreeuwende koppen, veel wrede foto's en vaak artikelen waar geen touw aan vast valt te knopen. Ook op radiogebied geldt dat: veel muziek, veel geschreeuw en blabla waar niemand echt iets wijzer van wordt. Geen achtergrondinformatie, geen diepgang, geen gedegen uitleg. Als het maar moduleert, lijkt daarbij de insteek te zijn.
Goede journalistiek bedrijft men niet zomaar. Nergens ter wereld. Daar moet een gedachte achter zitten en vooral de oprechte wens het publiek zo goed en objectief mogelijk te informeren. Dat moet niet alleen de principiële wens zijn van de eigenaren van het betrokken medium, maar ook - en vooral - van de journalisten zelf die er werken. Die wens is essentieel en bovendien helpt het een stuk als je daar een gedegen opleiding of goede cursussen voor hebt gevolgd.
De door HSK genoemde verbeterpunten zoals scheiding van de commerciële aspecten van de inhoudelijke kanten van de berichten, opstelling van gedragsregels en minimumeisen voor journalisten en een geheel vrije en correcte manier van functioneren voor de media in hun taak om de overheid te controleren, zijn allemaal zeer ter zake doende en noodzakelijk. Wat betreft de wens het niveau op te krikken door middel van cursussen, zou het misschien handig zijn als enkele media beginnen te begrijpen wat goede journalistiek sowieso betekent.
Of het gros van de media op Curaçao in handen is van zakenlieden ‘die geen enkele affiniteit met de pers hebben’ kan ik niet onderschrijven of bestrijden. Zolang degenen die financieel participeren in een mediabedrijf zich niet bemoeien met het dagelijkse journalistieke reilen en zeilen maar dit overlaten aan de ter zake kundigen die daarvoor zijn aangesteld, dan is er in principe niets aan de hand. Goed financieel beleid van een bedrijf, garandeert immers het voortbestaan daarvan en derhalve de banen van de werknemers. Dus ook de journalisten.
Veel ernstiger wordt het wanneer blijkt dat bepaalde politici of politieke partijen, direct of indirect, met medeweten en medewerking van journalisten, hoofdredacteuren en/of bedrijfseigenaren bij een medium een voorkeursbehandeling krijgen. Daar staat altijd een wederdienst tegenover. Geen twijfel over.
Mijn belangstelling voor de ontwikkelingen in de Curaçaose mediawereld vloeit voort uit het feit dat ik er jaren deel van heb uitgemaakt. Ik heb er gewerkt voor twee kranten die eigendom waren van een familie die nauw verbonden was aan een toentertijd nog invloedrijke politieke partij. De ‘eigenaar’ belde vanuit het buitenland waar hij woonde regelmatig opdrachten door over de gewenste inhoud van artikelen die geplaatst moesten worden. Een van die kranten bestaat al bijna 15 jaar niet meer. Verder heb ik jaren in vaste dienst en als freelancer gewerkt voor een gerespecteerd, nu jubilerend, radiostation waar de partijpolitiek consequent buiten de deur is gehouden en de objectiviteit hoog in het vaandel staat. De zware financiële concurrentie vanwege het overschot aan radiozenders op het eiland bedreigt deze omroep en enkele andere die kwaliteit hoog in het vaandel hebben. Bij de televisie heb ik begin 1990 persoonlijk al ervaren hoe groot de invloed van aan de macht zijnde politici, en hun helpers, werkelijk is. Daarna heb ik besloten het eiland te verlaten. Het was voor mij toen al duidelijk welke kant het op zou gaan.
R.C. Visser, Frankrijk

ADletters logo


Het Antilliaans Dagblad is de enige lokale Nederlandstalige ochtendkrant van Curaçao, Bonaire en Aruba. Op Sint Maarten, Sint Eustatius en Saba, alsmede in Nederland en andere landen is een online-abonnement eenvoudig mogelijk via online.ad.cw

antdagblad-logo


Print-abonnee worden of voor meer algemene informatie? Stuur dan een mail naar [email protected]. Met naam, adres en telefoonnummer. Abonnementsprijs is ANG 35,00 inclusief OB per kalendermaand. Print-abonneren is alleen mogelijk op Curaçao.