Er waren eens 13 kleine negertjes, die vol ijver werkten en woonden op plantage Gato, welke toebehoorde aan hun eigenaresse mevrouw Sijbrecht-van Uijtrecht. Mevrouw Sijbrecht voelde op een zekere dag het einde naderen van haar aardse bestaan en besloot haar testament te laten opmaken. Op 31 juli 1809 vermaakte zij -in gezamenlijk eigendom - aan haar inmiddels vrijgemaakte slaven de plantage Gato (circa 89 hectare), alsmede een stuk grond in Otrobanda, genaamd de Loos, met alles wat daarop stond.
Bijna twee eeuwen later ging een van de talloze afstammelingen van een van de destijds vrijgegeven slaven op onderzoek uit. Hij pleegde archiefonderzoek bij onder andere het Centraal Historisch Archief op Curaçao, het Algemeen Rijksarchief in Den Haag en nam kennis van diverse vonnissen en een tweetal arresten van de Hoge Raad, alsook van een conceptrapport van 26 juli 2000 opgesteld door prof. dr. A.F. Paula, die in opdracht van het toenmalige Bestuurscollege van Curaçao onderzoek heeft gedaan naar de eigendomssituatie op Gato. De volgende ontdekkingen werden gedaan:
Er bestaat een besluit van 30 juli 1868 nr. 439, opgemaakt naar aanleiding van een grondruil tussen de afstammelingen van de oorspronkelijke dertien slaven die toen nog in leven waren en het gouvernement. Daarin staan de namen en toenamen van die slaven vermeld, alsmede van hun afstammelingen. Uit dat besluit is te concluderen, dat op dat moment slechts de afstammelingen van één van de oorspronkelijke slaven in leven waren. Van de twaalf anderen werd vermeld, dat zij reeds waren overleden, zonder descendanten na te laten. Hun erfdeel viel dus de overheid toe.
De afstammelingen van die ene slaaf (Leentje) werden bij name genoemd. Dus die werden toen gezamenlijk voor 1/13e deel eigenaar van het legaat. Een deel van de afstammelingen van Leentje heeft na stamboomonderzoek op 15 november 2001 een notariële verklaring van erfrecht verkregen.
Opgemerkt wordt dat de procureur-generaal bij de Hoge Raad in zijn arrest van 16 oktober 2009 nr. 08/00298 opmerkt, en ik citeer: ,,Naar eerder werd overwogen, is met de verklaring van recht niet beslist dat (verweerders) thans nog medegerechtigd zijn tot de plantage voor het 1/13e deel dat destijds heeft toebehoord aan betrokkene 8.” Verweerders zijn de familie F. cum suis en betrokkene 8 is: Leentje.
Al decennia lang worden tussen de familie F. en de familie P. rechtszaken gevoerd, hoofdzakelijk over huurkwesties. Sinds jaar en dag worden op Gato stukken grond verhuurd aan particulieren en ondernemers en vindt betaling van huur en handgeld plaats of aan de ene of aan de andere familie of aan geen van beide. De familie F. heeft een verklaring van erfrecht en zijn dus mede-eigenaar voor het 1/13e deel; de familie P. is er nimmer in geslaagd aan te tonen dat zij rechten hebben ten aanzien van het legaat. Geschat wordt dat alleen al aan de zijde van de familie F. jaarlijks minstens 20 à 25.000 duizend gulden wordt opgestreken aan huurgeld, handgeld etc. Dit wordt door één persoon geïnd en wordt angstvallig geheim gehouden voor de familie terwijl het ook hun geld is, maar dit terzijde. Ook de fiscus heeft het nakijken. Hier ligt dus een schone taak voor de belastingdienst.
Per 1 april 2007 is een wettelijke regeling inzake langdurig onverdeeld gebleven boedels in werking getreden. Hiermee is een oplossing voor de Gato-problematiek mogelijk geworden. Ruwweg 1/3 van Gato is bebouwd en 2/3 bestaat uit onbebouwde grond. De overheid is naarstig op zoek naar grond voor huizenbouw en bezit hier ruim 80 hectare grond.
Overheid, de bal ligt bij u!

Nestor Groenenberg, Curaçao
(afstammeling van één van de 13 kleine negertjes)

ADletters logo