Het is ontstellend te moeten horen dat Nederlandse burgers (zie onderstaande brief) en de Nederlandse overheid zich om ons bekommeren en zich ons ‘Isla-lot’ aantrekken, en onze eigen overheid en onze eigen ministers de bevolking in wijken zoals Wishi, Marchena, Habaai en Veeris aan hun lot overlaten. Het is nog erger als we horen dat de raffinaderij niet aangepakt wordt omdat topfunctionarissen hun opleiding te danken hebben aan het feit dat hun vader(s) daar hebben gewerkt. Deze belangenverstrengeling dient het Curaçaose volk niet.

Andrés Casimiri, Curaçao

Geachte heer Casimiri, ik benader u naar aanleiding van de reportage over de Isla-raffinaderij op Curaçao in het tv-programma Zembla. Deze uitzending heeft mij erg gegrepen en ik vind het onacceptabel dat de betrokken partijen maar naar elkaar blijven kijken en dat niemand tot actie overgaat. Uiteindelijk zijn de burgers de dupe van dit collectief falen van alle betrokken partijen.
Ik hoop dat u, gezien uw betrokkenheid bij het eiland en uw inzet om weer een groen Curaçao te realiseren, een bijdrage kunt en wilt leveren aan een poging om in ieder geval tot een aanpak te komen van de uitstoot van kwalijke stoffen in het milieu door de raffinaderij en wellicht het schoonmaken van het asfaltmeer. Uiteindelijk is dit een randvoorwaarde voor de verwezenlijking van uw droom GreenTown.
Door de nodige contacten bij de Nederlandse overheid heb ik begrepen dat Nederland inmiddels ook aan Sint Eustatius en Bonaire specifieke ondersteuning levert bij de vergunningverlening en toezicht op twee grote olieopslagbedrijven. Uiteraard is de relatie tussen Curaçao en Nederland niet gelijk aan de relatie met die twee eilanden, maar er zijn veel overeenkomsten in de problematiek.
In de uitzending van Zembla gaven de uitlatingen van minister Whiteman duidelijk aan dat de regering van Curaçao de problemen, heel begrijpelijk, niet alleen kan oplossen.
Ik hoor minister Plasterk - ongemakkelijk, want het kan hem veel geld kosten - in dezelfde uitzending zeggen: ,,Ik hoop op alle manieren steun te kunnen geven…”. Heel recent lees ik ook - op antwoord van vragen van leden van de Tweede Kamer - op 13 augustus 2013: ,,Nederland staat klaar om Curaçao bij te staan bij het uitvoeren van de beleidskeuzes indien hiervoor een concreet verzoek wordt gedaan”. Ik heb begrepen dat het dan, maar ook alleen dan, zijn juridische plicht is om Curaçao bij te staan.
Volgens mij is er dus een heel concreet verzoek van minister Whiteman aan minister Plasterk nodig, waaruit blijkt dat de regering van Curaçao echt van plan is om de milieuverontreiniging door de raffinaderij te willen reguleren volgens wettelijke normen en daarbij verzoekt om steun van Nederland. Acht u het mogelijk dat minister Whiteman een dergelijk verzoek zou willen richten aan Plasterk? Heeft u enig idee op welke wijze we dit zouden kunnen bereiken?
Ik hoor graag of u mogelijkheden ziet om een bijdrage te leveren aan een concrete aanpak. Naar mijn stellige overtuiging wordt er al veel te lang gewacht.

Dr.ir. A. ‘Ton’ Gorissen, Bennekom, Nederland

Het Zembla-programma over de Isla-raffinaderij is nog altijd te zien via de volgende website: uitzendinggemist.nl/afleveringen/1333062

ADletters logo