ADletters logoDagelijks lees ik met aandacht het Antilliaans Dagblad ‘online’. Deze zaterdag (2 november 2013) werd onder de kop ‘Slappe knieën of inschattingsfout’ een analyse gegeven van de ontwikkeling met betrekking tot de sms-loterij.
In het artikel worden passages aangehaald van een brief van Chester Peterson, de raadsman van Robbie dos Santos, waarin aan het adres van Asjes ‘beschuldigende uitlatingen over de moord op Wiels’ staan. Vervolgens wordt met verwijzing naar taalkundig ingewikkelde (‘krankjorum’ lijkt mij hier beter van toepassing) passages een analyse gegeven. Die analyse verzeilt vervolgens zelf in een taalgebruik dat het voor een ongewapende lezer niet gemakkelijk maakt om te begrijpen wat wordt bedoeld.
Ik vind de aandacht voor de sms-loterij van groot belang voor het broodnodige zicht op de vervlechting van politiek en zakenleven op Curaçao, maar de betrokkenheid van de politiek bij de moord op Wiels intrigeert me nog sterker. De omgeving van Curaçao (en dat geldt voor Aruba, Sint Maarten en de BES evenzeer), dat wil zeggen de landen rond het Caribisch Bekken, is buitengewoon criminogeen en de toegang tot de eilandelijke samenleving van misdaad bevorderende factoren als drugs en wapens dermate gemakkelijk dat het mij erg verontrust.
Gegeven de zwakheid van de instituties waarop het openbaar bestuur rust, behoort verrotting in de politieke leiding van Curaçao tot de ergste vormen van onheil die de samenleving kan overkomen. Ik vraag mij daarom af of het mogelijk is de ‘waarschuwing’ in de brief van Chester Peterson het begin te laten zijn voor een indringende analyse van de relatie tussen misdaad en politiek. Ik weet dat onderzoeksjournalistiek duur, de expertise schaars, en het werk zelf niet zonder risico is, terwijl tegelijkertijd om culturele redenen (onder andere de taal) de expertise per se van het eiland zelf moet komen. Met vriendelijke groet en veel waardering.
Jaap Swart, Nederland