Behalve de ziekteverzekering al eerder aangekaart, zitten we hier ook op een andere manier in de val. Doordat Curaçao dacht het slimste jongetje in de klas te zijn, heeft het namelijk bedongen dat het autonoom gaat. Dat wil zeggen het mag nu werkelijk zelf bepalen waar het geld vandaan komt dat hier nodig is om van/mee te leven.
De banken zijn momenteel overliquide door hun ‘policy’, edoch de overheid niet. En daar zit ‘m de bottleneck. De honderden miljoenen gratis euro’s uit Nederland worden langzamerhand afgebouwd. De grote sociale fondsen houden op met geld pompen in de samenleving door de autonomie.
Wat is dan het alternatief? Wat hebben we te verkopen? Landbouwproducten? Industriële producten? Sporters? Vissen? Intellectuele zaken? De gemiddelde Curaçaoënaar weet dat er gewoon niets te verkopen is. (Op wat toeristendollars na).
Dan zal het een kwestie van tijd zijn dat de overheid niet meer kan functioneren.
Nu al is de gezondheidsverzekering tanende. Ook het educatieve systeem voelt de hete adem van geldgebrek reeds. ’t Wegennet is niet meer van deze tijd.
Toch is de gemiddelde ‘yu di tera’ slim. Hoe? Wel twee van de drie zitten namelijk in Nederland. Daar is de zorg voor de medemens wat betreft de al twee aangehaalde items veel beter geregeld namelijk.
Hier op het eiland zijn er minder dan 100.000 nog terug te vinden. De rest is import of heeft zich toegang verschaft door minder gangbare methoden.
Maar wie weet, zijn de banken zodanig filantroop dat ze hun opgepotte miljarden weer aan de gemeenschap ten goede laten komen. Tegen de tijd dat de banken de overheid/samenleving niet meer kunnen helpen: wie dan leeft wie dan zorgt.

Marcel Sommer, Curaçao