Nadat een overheidscommissie in zuinige bewoordingen positief adviseerde over het plan om Sehos ‘incrementeel’ te herbouwen, is het rapport van dit vijftal nog steeds niet bij de Staten beland. Geen wonder, bij nader inzien stemde de voorzitter op verzoek van haar minister tegen. Bij deftig woordgebruik moet je oppassen, op je hoede zijn, deugt meestal iets niet, deftigheid is een gebruikelijke tactiek om je te laten intimideren. Niemand van deze commissie, toch stuk voor stuk zeer deskundig, had ooit van incrementeren, incrementeel noch incrementatie gehoord. Dit begrip is begin van dit jaar tot leven geroepen, heimelijk verzonnen door de voorzitter van het bestuur van Otrobanda’s Buurtvereniging, zonder daarna aan iemand uit te leggen wat het is en wat de gevolgen zijn. De buurtvoorzitter weet het natuurlijk zelf niet en laat de gevolgen van zijn uitvinding aan partijdige adviseurs over. Zijn respectabele vereniging bepleit zeer terecht, behoud van Sehos in hun buurtje maar begrijpt nog niet dat juist door deze bouwmethode gekoppeld aan het feit dat het bouwen hier nog een primitieve industrie is, hun plan letterlijk en figuurlijk op de klippen loopt. De grondslag voor deze methode stamt uit 1995, toen prof. Temming Grol, prof. Frits van Voorden en prof. Adriaan van der Staaij jullie kwamen wijsmaken dat, om het vervallen Otrobanda op Unesco’s Werelderfgoedlijst te kunnen plaatsen, de bouwhoogte voortaan beperkt zou moeten blijven tot 14 m. Destijds in Nederland onder monumentenbouwers een zeer populaire theorie. Ik zat erbij toen het drietal dit bekokstoofde tijdens de hoogleraarlunch op de Faculteit Bouwkunde van de Technische Universiteit Delft. Toen besefte ik niet dat dit het doodvonnis betekende voor onze binnenstad. Nu is het mij glashelder. Het ziekenhuis zou op basis van deze ridicule beperking in eigen omgeving niet vervangen kunnen worden door een hoog gebouw. Neem even een retourtje KLM en duik in het prachtige Amsterdams Gemeentearchief, waar op videowall is te zien hoe rond 1670 in het Amsterdam van toen, hun trotse nieuwe Raadhuis (nu Paleis op de Dam) werd opgetrokken, ver boven de stad uit. Zo zou straks ons nieuwe ziekenhuis zich kunnen verhouden tot zijn buurt. Aan het volk tonen dat het er voor hen staat, in geen geval verscholen wil zijn achter vervallen gebouwtjes vanuit een vermeend respect voor het verleden, welk verleden, zeker dat van de bouwers van al dat oude spul, stuk voor stuk slavenhouders.
Incrementeel bouwen betekent jarenlang gerommel met patiënten, bezoekers, personeel, materiaal, vuilnis, sluipwegen, wegwijzers, lekkende kranen en riolen, uitgevallen airco’s en licht, dat gepaard gaat met lawaai, stof, oneindig overleg met Jan en alleman en extra bouwvergaderingen op de koop toe. Dat zou je eventueel moeten doen in uiterste nood. Daar is nu geen sprake van.
Merkwaardigerwijs bestond deze methode al voordat dit lelijke woord hier werd geïntroduceerd. Wellicht behoort deze al tot onze architectuurtraditie en wordt het daarom door enkele fanatici omarmd. Een vorige keer wees ik op een lokale gewoonte om houten krotten illegaal ter plekke te verstenen. De gevolgen heb ik in deze rubriek aan de hand van het bekende huis van mijn zus Anna en haar zeven kinderen uit de doeken gedaan. Deze maand zagen wij onverwacht een recenter voorbeeld. De eerste fase van de verbouwing van de Weg naar Westpunt en wel op de plek van de oude. Om te beginnen tussen Grote Berg en Daniel, daarna nog negen fasen totdat Barber is bereikt. De tijdelijke bypass langs de oude weg is verschrikkelijk, ‘peliger poko poko’ lezen wij aan het begin. Urenlange files en een stofwolk van klachten zijn het gevolg. De andere bypass tussen Daniel en Bullenbaai kwam te laat en is helaas provisorisch. En dit is dan nog maar een simpele weg. Ik wacht met smart op tegenwoord, daar is men vrees ik te beroerd voor.
Carlos Weeber,
Curaçao