Gisteren (3 juli) stond de Isla-raffinaderij van Curaçao andermaal op de agenda van de Tweede Kamer. Ik stel andermaal, omdat met de uitzending van Zembla (d.d. 20 maart 2013) de Isla steeds vaker wordt geagendeerd. Ook gisteren werd minister Plasterk weer bevraagd over de Isla. In dezelfde vergadering werd ook ‘goed bestuur’ besproken en wat de rol van Den Haag is indien er sprake is van ondeugdelijk bestuur in een van de Caribische Rijksdelen. Volgens Plasterk is Den Haag aan zet als er sprake is van problematiek die ‘structureel’ is. Tevens hangt het volgens Plasterk ook af van de ‘reikwijdte’ van de problematiek. 
Welnu, de eerste rapporten en wetenschappelijke artikelen die de milieu- en volksgezondheidproblematiek van de Isla blootleggen, stammen uit de jaren 70 van de vorige eeuw - toen werd de Isla geëxploiteerd door Shell. Stichting Schoon Milieu Op Curaçao (Smoc) vat de problematiek van de Isla derhalve op als structureel. Minister Plasterk, een intelligente en weldenkende man, zal in dezen dezelfde opvatting zijn toegedaan, want anders zou hij bij ‘structureel’ denken in de overtreffende trap van decennia: eeuwen!
Dan nu de ‘reikwijdte’. De Isla vormt het geografische hart van Curaçao. Is dit voldoende reikwijdte voor minister Plasterk? Indien nee, op Curaçao heerst een passaatwind. Ofwel, het grootste gedeelte van het jaar komt de wind goeddeels uit dezelfde richting. Dit maakt het dat met grote regelmaat dezelfde mensen - naar schatting 20.000 - in de vervuilende rook en stank van de Isla zitten. Deze overlast is zodanig dat er volgens Ecorys jaarlijks duizenden mensen een beroep moeten doen op medische hulp en dat er, helaas, ook jaarlijks doden zijn te betreuren. Is deze reikwijdte groot genoeg voor minister Plasterk?
Drs. Arjan Linthorst (bestuurslid Smoc),
Curaçao