Hoe staat het met onze democratische rechten en grondrechten in dit nieuwe land dat wij vol hoop en verwachting op 10-10-‘10 het leven gaven?
Wat te denken van het feit dat onze bewegingsvrijheid toch wel beperkt wordt in tijd en ruimte omdat wij bang moeten zijn overvallen en beroofd te worden op straat en thuis met steeds vaker en meer gebruik van geweld. Dat ons recht op goed en volledig onderwijs nog steeds beperkt wordt door tekort van overheidsfondsen om zelfs de meest elementaire zaken te bekostigen. Dat ons recht van vrije meningsuiting beperkt wordt door een cultuur van angst die na 10-10-‘10 alleen maar sterker is geworden.
Dat wij niet in staat zijn om ons volk voldoende adequate, goede en betaalbare zorg te bieden. Dat de Centrale Bank de commerciële banken gelimiteerd heeft inzake het verstrekken van leningen en kredieten aan ons als burgers van dit land. Dat diegenen die werken willen niet echt de vrije keuze hebben vanwege een tekort aan arbeidsplaatsen. Dat de rechten van kinderen niet alleen onvoldoende beschermd worden, maar zelfs op grote schaal geschonden worden binnen onze samenleving.
Dat ons recht op behoorlijk bestuur ondanks de goede wil van enkele bestuurders keer op keer wordt geschonden waardoor wij nu al weer na drie maanden om onduidelijke redenen met een demissionaire regering zitten, hetgeen Curaçao weer verder doet afglijden op de internationale ladder van betrouwbaarheid en geloofwaardigheid, waardoor opnieuw investeerders Curaçao zullen mijden.
Wat blijft er over om thans trots op te zijn als yiu di Kòrsou, laat staan om binnenkort te vieren? Wanneer wij ooit een keer in staat zijn om echt en democratisch orde op zaken te stellen in ons land, dan is er ruimte voor feestelijke gevoelens en pas dan kunnen we trots zijn op ons Curaçao.
Zal ik het nog meemaken?
Helga Mensing, een oudere en bezorgde Curaçaose