Geachte heer Hodge
In uw nationale rede afgelopen maandag, vroeg u de bevolking om vertrouwen te hebben.
Meneer Hodge, nu wil ik u even een spiegel voorhouden.
1. U zit met uw regering op stoelen zonder één stem van het volk. U bent daar geplaatst via een vuil politiek spel waar de bevolking geen weet van noch inbreng in had. Het idee van een zakenkabinet is niet slecht maar alles werd langs het volk om gedaan, zonder hen in te lichten tijdens de verkiezingen. Het simpele feit bestaat dat er nu geen democratisch gekozen regering in het Fort zit.
2. Als men als burger uw Fòrti opbelt krijgt men een medewerker(ster) aan de telefoon die vertikt een andere taal te spreken dan Papiaments. Als burger hoeft ondergetekende u er toch niet op te attenderen dat er een Landsverordening bestaat: officiële talen, 28ste maart 2007, 14-6-2007 (P.B. 2007, no. 39) en 10-10-2010 (A.B. 2010, no. 86 en A.B. 2010, no. 87). Deze zegt, ondergetekende citeert: ,,Artikel 2. De officiële talen zijn het Engels, het Nederlands en het Papiamentu.” Dat maakt dat uw personeel sterk in gebreke blijft en is volgens ondergetekende zelfs strafbaar en discriminerend.
3. Als u en uw medewerkers, inclusief parlement, niet eens brieven, faxen of e-mails beantwoorden over onze jeugd en kinderen, om welke redenen dan ook, is het voor ondergetekende als burger moeilijk nog aan te nemen dat u geloofwaardig bent. Deze manier van handelen bevestigt direct het sociaal beleid dat al 25 jaren beloftes zijn maar absoluut geen acties.
Heer Hodge, hoe kan ondergetekende als burger van het land Curaçao vertrouwen hebben in wat u doet met uw eigen volk? Als uw mensen (inclusief u) brieven uit het hart en ziel geschreven niet beantwoorden. Brieven die gaan over onze jeugd en kinderen, oftewel onze toekomst. En als uw beleid alles omvat dat met geld te maken heeft, maar zeer weinig sociaal en alles wat jeugd is links laat liggen, dan is er weinig redenen om u en uw mensen geloofwaardig te vinden. U denkt simpelweg puur aan geld, niet aan de mens en de jeugd. Kortom niet aan onze toekomst! En dat, heer Hodge, is een zeer kwalijke zaak.
U beloofde de burgers een ‘paradijs’ in het einde van uw rede. Een woord dat alleen een luchtverplaatsing was uit uw mond, daar u niet weet wat een paradijs is. Een paradijs hangt en staat niet met geld en bezit. Een paradijs bestaat uit begrip, menselijkheid en liefde. Een paradijs is ‘samen’ voor het goede opkomen en dat, heer Hodge, zijn duidelijk niet uw plannen, noch die van de vorige regeringen.
Toch hoopt ondergetekende, als burger van land Curaçao, eens wat menselijks te mogen zien vanuit de politiek. Laten we hopen dat de democratie weer eens terug zal keren op dit eiland. Met deze brief hoopt ondergetekende uw ogen te openen omdat niet alleen ondergetekende, maar ook een groot deel van de bevolking, weinig of geen heil ziet in uw manier van werken en zeker niet die van de achterliggende politiek. We zijn mensen, heer Hodge, we zijn geen zaak en zeker geen beleggingspapieren!

Met de meest positieve energie wil ondergetekende u veel wijsheid toewensen en een vriendelijke Band’abousche groet,

John H. Baselmans,
Burger van Curaçao