In de krant stond dat demissionair interim-minister Dominique Adriaens aan BTP&U (semi-regulator Bureau Telecommunicatie, Post en Utiliteiten) schriftelijk heeft verzocht om uitleg inzake de verhoging van de luchtvaarttarieven per 1 december. Dit is een schoolvoorbeeld van het doorschuiven van de Zwarte Piet en een sterk staaltje van publieksbedrog, omdat niet BTP&U de tarieven bepaalt, maar de regering.
BTP&U is ‘slechts’ een adviesorgaan. Het staat de regering vrij om van het advies af te wijken. De regering is zelfs verplicht in voorkomende gevallen van het advies af te wijken. Volgens de minister heeft BTP&U de procedure niet in acht genomen. Hiermee wordt opzettelijk de indruk gewekt dat BTP&U de instantie is die hierin tekortgeschoten is, terwijl in casu de regering gefaald heeft om haar eigen huiswerk te doen alvorens met veel kunst- en vliegwerk en op stel en sprong binnen recordtijd de tariefsverhoging wettelijk vast te stellen.
De regering behoort evengoed haar eigen huiswerk te doen, ongeacht wat BTP&U zou hebben geadviseerd. Het is trouwens hoogst twijfelachtig dat BTP&U een verhoging van 30 procent zou hebben geadviseerd. Een pikant detail is dat reeds op 29 november, nog vóórdat de tariefsverhoging in werking is getreden op 1-12-2012, de airport operator (Curaçao Airport Partners, CAP) per brief de verhoging aan de airlines heeft aangekondigd met de exacte bedragen van de verhogingen in de diverse passagierscategorieën.
CAP was dus al van tevoren ingelicht dat de zilvervloot in aantocht was. De regering heeft echter verzuimd om te voldoen aan een voorschrift in de concessie-overeenkomst tussen Curinta (Curaçao International Airport) en CAP, te weten: dat de regering verplicht is in overleg te treden met de Airlines Association (lees: de luchtvaartmaatschappijen) alvorens de tariefsverhoging af te kondigen. Het was dus voorbarig om aan CAP te melden dat de zilvervloot zou komen binnenvaren, maar dat is - kennelijk - geschied.
Een nog veel sterker staaltje van publieksbedrog is de mededeling tot tweemaal toe dat de huidige tarieven niet kostendekkend voor CAP zouden zijn. Een eenvoudig rekensommetje leert het volgende: en let wel, de regering heeft alle statistieken tot haar beschikking en is dus in staat zonder al te veel moeite en nader diepgaand onderzoek haar huiswerk te doen.
De luchthavenexploitant CAP heeft dit jaar in de media de ceremoniële verwelkoming van haar miljoenste passagiers gemeld. Elke ingekomen toerist is ook een uitgaande toerist die bij vertrek 30 dollar aan vertrekbelasting betaalt aan CAP. Dit heeft aan CAP dit jaar tot oktober al minimaal 30 miljoen dollar opgeleverd.
En voor het inter-insulair (niet-toeristisch) verkeer met een lager tarief bij benadering 10 miljoen dollar met een tegenwaarde van 17,5 miljoen gulden voor ongeveer 400.000 passagiers in het inter-insulair verkeer.
Volgens de statistieken van NAATC - ook een overheids-nv, belast met het verschaffen van luchtverkeersbeveiliging - waren er in 2011 aan vertrekkende vliegbewegingen vanaf Hato Airport 22.320 (bron: statistieken van dc-ansp.org op het internet), hetgeen impliceert dat CAP voor elke vliegbeweging landing en parkeergeld (l&p-geld) van de betrokken airline heeft geïncasseerd.
Dit bedraagt voor een MD per ton maximum take off weight (MTOW) niet 6 dollar, zoals de regering tot twee maal toe in beide artikelen heeft gemeld, maar bedraagt voor een MD bij elk vertrek het lieve sommetje van 744,60 gulden. En voor de grotere en zwaardere KLM-vliegtuigen is er uiteraard een beduidend groter bedrag aan l&p-gelden verschuldigd bij elk vertrek.
Insel Air had alleen al meer dan 200 vliegbewegingen per week tussen januari en oktober 2012; ook DAE heeft bij benadering dit jaar reeds minstens 150 vliegbewegingen per week gehad. Uit de statistieken valt op te maken dat Insel Air per jaar 1,5 miljoen dollar aan l&p-gelden afdraagt aan CAP. Tel daarbij op de l&p-gelden die worden betaald door KLM, American Airlines, Amerijet, Avianca, Surinam Airways, Arkefly en de charters in general aviation (tezamen minstens 5 miljoen dollar).
Curoil heeft aan throughput charge voor alle fueling van aircraft op de luchthaven dit jaar ook al een flink bedrag, dat bij benadering in de miljoenen loopt, aan CAP betaald. CAP heeft op haar eigen houtje enkele jaren geleden een fueling charge van 60 dollar voor elke fueling op de luchthaven aan de airline of de eigenaar van het vliegtuig opgelegd. Bij 22.320 vertrekkende vliegtuigen levert dat aan CAP een rendement van 1.339.200 dollar op.
Voorts ontvangt CAP voor de exploitatie van het parkeerterrein aan landzijde bij benadering 350.000 gulden per jaar van de aldaar parkerende bezoekers van de airport.
Alle bedrijven die op de luchthaven commerciële activiteiten uitoefenen zijn aan CAP huur van hun lokaliteit plus concessievergoeding verschuldigd. Winkels in de vertrekhal, carrental booths, vestiging MCB branch, postkantoor, etc. De airlines zijn, afgezien van de l&p-gelden, eveneens huur voor hun kantoren en incheckbalies verschuldigd. Totale inkomstenverwerving van CAP bedraagt bij benadering (maar realistisch geschat) 90 miljoen gulden per jaar.
En met deze laatste verhoging komt daar minimaal 9 miljoen dollar bij voor 1 miljoen passagiers die elk 9 dollar meer zullen gaan betalen. Welk bedrijf op Curaçao presteert het om een inkomstenverhoging van 15 miljoen gulden te realiseren zonder enige extra inspanning, louter op grond van een door de regering geaccordeerde wetswijziging?
Dit alles verschaft aan CAP een inkomstenverwerving waarmee de kosten ruimschoots gedekt kunnen worden, als men even de uitgavenkant in nadere beschouwing neemt. Alle onkostenposten bij elkaar opgeteld leveren een bedrag op van 58,6 miljoen gulden (bij benadering).
Afgezet tegen een bedrag van 90 miljoen gulden aan inkomsten, kan er onmogelijk geconcludeerd worden dat ‘de tarieven op de luchthaven niet kostendekkend zijn’. Dit is doodgewoon publieksbedrog, waarmee een tariefsverhoging van 30 procent niet door de regering kan worden goedgepraat.
Naam bij redactie bekend,
Curaçao