Op Curaçao zijn in de nacht van 13 op 14 september zesentwintig burgers van hun bed gelicht en in afzondering gedetineerd. Bronnen op het eiland bevestigen dat zich onder hen de leden van de oppositie bevinden die zich hebben verzet tegen het aanblijven van de voorzitter van de Staten, nadat hij in het parlement zijn revolver had getrokken toen de leider van de oppositie een motie van wantrouwen tegen de minister-president wilde indienen. Ook zouden enkele prominente figuren, waaronder de Deken van de Orde van Advocaten, de voorzitter van de Raad van Kerken, vier journalisten en andere hoogwaardigheidsbekleders uit het openbare leven zijn opgepakt, vanwege uitlatingen die als steun voor de oppositie kunnen worden opgevat. Allen wordt hoogverraad ten laste gelegd.
In een gezamenlijke persconferentie die om 08:00 uur werd opgeroepen door parlementsvoorzitter Asbak en premier Afschot, verklaarden zij dat de minister van Justitie Niksnut tot deze actie heeft besloten na een driehoeksoverleg, die in unanimiteit werd afgesloten. ,,De aangehouden personen zijn al enige tijd bezig het volk op te ruien en een complot te smeden waardoor zij inmiddels als staatsgevaarlijk worden beschouwd. Op hen zal snelrecht worden toegepast. Deze mogelijkheid hebben wij gecreëerd door een uur geleden de Noodtoestand af te kondigen, die - evenals een avondklok - van kracht is voor de hele bevolking, met uitzondering van enkele honderden personen die door ons als zuiver zijn aangemerkt en die ons bij zullen staan in deze moeilijke periode. De dagbladen Amigoe en AD hebben om begrijpelijke redenen een verschijningsverbod opgelegd gekregen. De hoofdredacteuren hebben huisarrest. Bij TeleCuraçao is een regeringscensor aangewezen die de uitzendingen zal toetsen op hun inhoud.”
In de straten van Willemstad is het inmiddels angstvallig stil geworden. Knokploegen gekleed in uniformen van particuliere beveiligingsbedrijven patrouilleren in Punda en in de wijken Mahaai, Janthiel en Jan Sofat, waar volgens regeringswoordvoerders ‘haarden van politiek verzet’ actief zijn. Het afgekondigde samenscholingsverbod en vergaderverbod is volgens dezelfde woordvoerders ‘een effectief middel tegen het smeden van couppogingen’.
In het Fort Amsterdam, waar in het voormalige Gouverneurspaleis nog geen zes maanden geleden de Nederlandse driekleur voor het laatst werd gestreken, werd na de afkondiging van de Noodtoestand druk overleg gevoerd tussen de leiders van de coalitiepartijen, die al snel overeenstemming bereikten over het functioneren van de Staten tijdens de noodtoestand. Door het buiten werking stellen van de Landsregeling, is de mogelijkheid gecreëerd om de Staten uit te breiden met zo veel leden van de coalitiepartijen als nodig is om de opengevallen zetels te kunnen vullen. Hierdoor kunnen de Staten optimaal en volledig democratisch blijven functioneren.
Voormalig gouverneur Kwaadsteniet, liet vanuit zijn woonplaats Den Haag weten dat hij de ontwikkelingen die zich op Curaçao voordoen in zijn stoutste dromen niet had kunnen voorstellen. ,,Toen zich tijdens mijn ambtsperiode eens een minste vorm van staatsrechtelijk carnaval dreigde voor te doen, heb ik meteen alle middelen ingezet om de democratie te garanderen. Als gouverneur had ik de plicht - ook moreel, als vertegenwoordiging van de Kroon - om alles te doen en niets na te laten om de integriteit van het land te waarborgen. Ik zou mij diep schamen wanneer de rechtsorde op een dergelijke wijze zou worden geschaad tijdens mijn ronde.”
Rond het Binnenhof wordt laconiek gereageerd op de jongste ontwikkelingen in het voormalige Caribisch stukje Nederland. ,,Al sinds de onafhankelijkheid van Suriname wisten wij dat Curaçao de komende decennia nog niet rijp zou zijn voor onafhankelijkheid. De democratie is nog onvoldoende verankerd en de invloed van dictaturen rond het Caribisch gebied is nu eenmaal groot.” Bronnen die anoniem willen blijven menen dat Curaçao zijn verdiende loon krijgt. ,,Het is zielig voor de <I>‘hendenan drech’<I>' (nette mensen) op het eiland, maar zij zijn allemaal stil gebleven toen ze de boel nog konden redden. Maar men koos ervoor om corrupt tuig de ruimte te geven zich als machtswellustelingen te ontplooien.
In de spaarzame Facebook- en sms-berichten die nog vanuit het eiland worden verzonden, tekent zich de angst af voor het lot van de gearresteerde ‘staatsvijanden’. Eén eilandbewoner postte de noodkreet ‘Holland help!’ maar het account van die gebruiker bleek enkele uren later te zijn gesloten.
David Serphos, Nederland