Door Karel Frielink
Eerst kort over wat er fout ging.
Wanneer drie leden van de Staten om een Statenvergadering verzoeken, is de voorzitter verplicht die vergadering binnen 14 dagen te laten plaatsvinden. De voorzitter van de Staten, Ivar Asjes, heeft om te beginnen die verplichting geschonden en de vergadering eerst veel later gehouden. Daaraan lagen politieke motieven ten grondslag, namelijk het willen verhinderen dat de Staten over een motie van wantrouwen zouden kunnen stemmen.
Het recht om te mogen vergaderen is bedoeld om de Statenleden in staat te stellen te vergaderen over de door hen aangedragen onderwerpen, om de regering te kunnen controleren en zonodig ter verantwoording te kunnen roepen, en om desgewenst over bepaalde onderwerpen te kunnen stemmen. Staatsrechtelijk is het ongepast als de meerderheid besluit om door de minderheid aangedragen punten van de agenda af te voeren, met als gevolg dat die niet meer aan de orde komen. Het is niet alleen ongepast, maar ook tegen de regels en beginselen van het staatsrecht en daarmee ook in strijd met de zorgvuldigheid die in het maatschappelijk verkeer betaamt, wanneer de voorzitter, in zijn eentje, besluit om aan de Staten een vergader- en spreekverbod op te leggen. Dat is namelijk wat Asjes op vrijdag 24 augustus 2012 (Black Friday) heeft gedaan.
Asjes beroept zich op een bepaalde interpretatie van het Reglement van Orde. Hij vergeet daarbij dat de Staten bij de interpretatie van hun eigen Reglement het laatste woord behoren te hebben. Niet de voorzitter beslist uiteindelijk hoe het Reglement moet worden uitgelegd en begrepen, maar de Staten zelf. Door de Staten de mond te snoeren handelt Asjes in strijd met de fundamentele beginselen van het Curaçaose staatsrecht. Hij poneert allerlei uiterst discutabele stellingen, verhindert iedere discussie door de Statenvergadering direct voor onbepaalde tijd te schorsen, en maakt aldus op schromelijke wijze misbruik van zijn rol als voorzitter.
Het is bovendien merkwaardig dat Asjes het College van Senioren (bestaande uit de voorzitters van de fracties) niet voor een vergadering bijeen heeft geroepen, waartoe hij naar mijn mening wel was gehouden. Dit College kan onder andere worden geraadpleegd in spoedeisende gevallen en wanneer er gevoelige onderwerpen aan de orde zijn. Asjes heeft er bewust voor gekozen om in zijn eentje de Statenvergadering voor onbepaalde tijd te schorsen, om te voorkomen dat hij als voorzitter zou worden vervangen en om te voorkomen dat over een motie van wantrouwen tegen (een of meer ministers van) de regering zou worden gestemd. Hoewel dus zijn voorzitterschap voorwerp van (voorgenomen) debat was en Asjes dus partij is in dit geschil, heeft hij ervoor gekozen tegelijkertijd de rol van advocaat en rechter op zich te nemen, met als bijzonderheid dat hij na zijn toespraak elk verder debat daarover in de Staten heeft verboden. Fouter dan dat kun je als voorzitter van de Staten bijna niet zijn.
De leden van de Staten hebben het recht te vergaderen, hun controlerende taak uit te oefenen en over moties te stemmen. Deze rechten van de Statenleden zijn wel gereguleerd en in zoverre aan zekere beperkingen onderworpen, maar deze rechten kunnen hen niet worden ontnomen en kunnen ook niet voor onbepaalde tijd worden opgeschort. Met andere woorden: de Staten geheel buitenspel zetten, zoals nu is gebeurd, is ongeoorloofd en onwettig.
De voorzitter van de Staten (dat is een overheidsambt) heeft zijn macht misbruikt. De voorzitter mag zijn bevoegdheden uitsluitend gebruiken voor het doel waarvoor deze zijn gegeven (verbod van détournement de pouvoir). De voorzitter dient zich onpartijdig op te stellen bij het uitoefenen van zijn functie en moet de noodzakelijke openheid en eerlijkheid in acht nemen. Voor de voorzitter geldt het verbod van willekeur.
Curaçao kent geen constitutioneel Hof, zoals je in andere landen ziet (zoals Sint Maarten en Duitsland). Een dergelijk Hof, dat speciaal gaat over de uitleg en toepassing van de Staatsregeling, zou er ook in Curaçao moeten komen. De leden van de Staten die in rechte actie willen nemen kunnen niet bij de bestuursrechter terecht. Zij zullen dus de gang naar de burgerlijke rechter moeten maken en een procedure tegen het Land Curaçao moeten beginnen. De voorzitter van de Staten vervult een overheidsambt en zal specifiek in die procedure moeten worden betrokken.
Het Reglement van Orde van de Staten is een interne regeling, maar deze heeft wel degelijk een externe uitstraling en is zeer wel een norm die de maatschappelijke zorgvuldigheidsplicht van het Land Curaçao mede invult. Artikel 62 van de Staatsregeling van Curaçao bepaalt dat de Staten hun eigen Reglement van Orde vaststellen en dat deze openbaar wordt gemaakt door plaatsing in het Publicatieblad. Een onjuiste toepassing van het Reglement jegens Statenleden levert een schending in burgerrechtelijke zin op en is dus onrechtmatig. In kort geding kan aan de burgerlijke rechter een voorziening worden gevraagd die ertoe leidt dat de Staten weer gewoon kunnen vergaderen.

Karel Frielink is partner en advocaat bij Spigt Dutch Caribbean op Curaçao.