Het is te prijzen dat de huidige Curaçaose demissionaire minister van Justitie de privacy van de burger hoog in het vaandel heeft staan. Hij wil daarom ook strakke afspraken maken met het Openbaar Ministerie over het toepassen van de Wet BOB (Bijzondere Opsporingsbevoegdheden).
Het is natuurlijk zaak dat de privacy van de burgers niet wordt geschonden, bijvoorbeeld door het afluisteren van verdachten of het plaatsen van peilbakens, als dit niet door de omstandigheden wordt gewettigd. De omstandigheden op Curaçao zijn echter van dien aard dat de Staten de BOB-Wet met een ruime meerderheid hebben aangenomen.
Het Openbaar Ministerie krijgt door deze wet de mogelijkheid om bijzondere opsporingstechnieken toe te passen als dit in het kader van het garanderen van de veiligheid van burgers en Staat noodzakelijk is. Dat zal de demissionaire minister q.q. zeker hoog in het vaandel hebben staan.
Burgers die zich gewoon aan de wet houden hebben niets te vrezen. Van geen enkele opsporingstechniek, hoe bijzonder ook.
Burgers die zich niet aan de wet houden moeten echter wel uitkijken. Zo hoort dat in een rechtsstaat. Voor burgers die zich niet aan de wet houden gelden geen speciale regels en hoeven er geen speciale afspraken te worden gemaakt. Hoe eerder (internationaal opererende) misdadigers worden gegrepen hoe beter het is voor de veiligheid van de rechtsstaat.
Er is geen haar op het hoofd van de demissionaire minister van Justitie dat er ook maar een seconde aan denkt om uit de goedheid van zijn hart de privacy van de laatste categorie te beschermen. Natuurlijk niet! Daar zouden het land en zijn burgers bepaald niet mee gediend zijn. De minister zal eerder de regels een tikje willen aanscherpen. Daar zou ik hem groot gelijk in geven.
Fred de Haas, Nederland