De Nederlandse ministers Mark Rutte en Liesbeth Spies draaien zich tijdens een presentatie aan de pers in allerlei bochten om de aan Curaçao gegeven aanwijzing te rechtvaardigen, maar zonder succes. Allereerst zij voorop gesteld dat die hele Rijkswet Financieel Toezicht een bewijs is van het koloniale karakter van de verhoudingen tussen Curaçao en Nederland. Rutte begint tijdens die presentatie aan de pers met te stellen dat het College financieel toezicht (Cft) een onafhankelijk orgaan is. Alleen al het feit dat hij het expliciet stelt stemt tot nadenken. De vier leden van het Cft (twee van Nederland) en het secretariaat worden conform artikel 9 van de ‘Rijkswet Financieel Toezicht op Curaçao en Sint Maarten’ betaald uit de begroting van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksaangelegenheden van minister Liesbeth Spies, die ook bij die presentatie aanwezig was. Indachtig de Nederlandse lijfspreuk ‘wie betaalt, bepaalt’ alsmede de druk die conform artikel 10 van de rijkswet op elk van de leden wordt gezet, kan er derhalve van de beweerdelijke onafhankelijkheid van het Cft geen sprake zijn. Ook de stelling van Rutte dat Nederland aan Curaçao een goede financiële startpositie heeft geboden is in strijd met de waarheid. Allereerst start Curaçao met een schuld van 1,8 miljard gulden. Rekening houdend met de rentelastnorm bestaat er daardoor al nauwelijks ruimte om bij te lenen. Zonder toestemming van het Cft kunnen feitelijk geen nieuwe leningen worden aangegaan. Hoezo goede startpositie? Aangezien de Nederlandse staat volgens die rijkswet een lopende inschrijving heeft en lager kan inschrijven en heeft ingeschreven bestond die schuld op 11-10-2010 voor 1,6 miljard gulden (89%) uit een buitenlandse schuld (aan Nederland). Deze verhouding is op zich al zeer ongezond en terugbetaling daarvan betekent voor Curaçao uitstroom van deviezen. Gezonde startpositie? Voorts zij opgemerkt dat Sint Maarten met een schuld van 300 miljoen miljard is gestart terwijl het voor de ontmanteling van de Nederlandse Antillen geen schulden had.
Spies geeft in de presentatie aan dat van het huidige tekort over 2012 van 153 miljoen gulden een bedrag van 95 miljoen gulden betrekking heft op de tekorten van voorgaande jaren. Dit is het tweede volle begrotingsjaar van de regering Schotte. Spies laat dan ook na om aan te geven dat een deel van de tekorten dateert van voor 10-10-‘10, i.e. voor de regering Schotte en creëert daardoor bewust of onbewust verwarring. En er was een goede startpositie? Opmerkelijk is voorts dat Spies vermeldt dat de koninkrijksregering deze aanwijzing in het belang van de Curaçaose bevolking heeft gegeven. In het belang van de Curaçaose bevolking? Wie heeft dat dan aan haar gevraagd? Het Curaçaose parlement? De oppositie? De vakbeweging? Werkgeversorganisaties? Andere relevante groeperingen? Die uitspraak valt dus onder de bekende demagogische retoriek uit de Nederlandse politiek.
Hoe zulks ook zij, het is duidelijk dat Curaçao als land structurele tekorten uit het verleden heeft overgenomen. De oorzaken van die tekorten worden niet zomaar door de betaling van een deel van de schulden door Nederland weggenomen! Daarin zit ook het kortzichtige van de hele aanpak dat heeft geleid tot de Rijkswet Financieel Toezicht. De schulden werden cosmetisch weggepoetst, maar de veroorzakers van die structurele tekorten zijn gewoon blijven bestaan. Elke econoom weet dat schuldsanering niets meer is dan symptoombestrijding. En aan die kortzichtigheid zijn zowel Nederland als de vorige regeringen schuldig.
Dan nog het volgende. Conform artikel 13 lid 5 van de rijkswet dient de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksaangelegenheden de regering van Curaçao om haar visie op het advies van het Cft te vragen, alvorens de Raad van Ministers van het Koninkrijk kan concluderen tot het geven van een aanwijzing. Dat is niet gebeurd. In plaats daarvan past de koninkrijksregering een overvaltactiek toe op minister-president Schotte door hem uit te nodigen voor een vergadering zonder agendapunten en hem tijdens die vergadering met de situatie te confronteren. Dat is in een woord onbehoorlijk! De koninkrijksregering is in deze geen gesprekspartner van de minister-president van Curaçao of van de regering van Curaçao. Dat is conform de rijkswet de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksaangelegenheden Liesbeth Spies. De Nederlandse ministers hadden echter haast en hebben dan ook samengespannen om de aanwijzing zo snel mogelijk af te geven. Die aanwijzing moest er zo snel mogelijk komen en ze hadden geen tijd om conform de rijkswet de visie van de regering van Curaçao af te wachten. Ik kom binnenkort op nog wat andere aspecten rondom deze aanwijzing terug.

Terry Hernandez,
econoom en accountant,
Curaçao

Het Antilliaans Dagblad is de enige lokale Nederlandstalige ochtendkrant van Curaçao, Bonaire en Aruba. Op Sint Maarten, Sint Eustatius en Saba, alsmede in Nederland en andere landen is een online-abonnement eenvoudig mogelijk via online.ad.cw

antdagblad-logo


Print-abonnee worden of voor meer algemene informatie? Stuur dan een mail naar [email protected]. Met naam, adres en telefoonnummer. Abonnementsprijs is ANG 35,00 inclusief OB per kalendermaand. Print-abonneren is alleen mogelijk op Curaçao.