Inkeerregeling in Bientu-zaak
Deze stelling is geheel tegenstrijdig met de instructie op de beleidsnota Inkeerregeling van 21 december 2011 die door Wilsoe en Schotte werd verstuurd aan de gouverneur. Deze brief gericht aan de gouverneur stelt dat het OM te allen tijde haar bevoegdheden behoudt om te vervolgen. ,,De minister van Financiën en de minister van Justitie vaardigen in dit kader de volgende instructies: de Inspecteur der Belastingen heeft een meldingsplicht in die gevallen waar er een gerede vermoeden bestaat van een strafbaar feit. Het Openbaar Ministerie behoudt te allen tijde haar bevoegdheden om bij vermoeden van een strafbaar feit, strafvervolging conform het strafrecht in te stellen.”
Het is ongelooflijk dat Wilsoe nu in de brief aan de Staten een tegenstrijdig standpunt inneemt. Wilsoe stelt: ,,Door de publicatie van deze wet is deze inkeerregeling deel geworden van het fiscaal- en strafrecht van Curaçao. Deze publicatie houdt in dat burgers het recht hebben en erop kunnen rekenen dat de Curaçaose overheid, inclusief de Belastingdienst en het Openbaar Ministerie, deze regeling accepteert en respecteert.”
De vraag is wat de minister van Justitie bezielt? Zou de minister van Justitie onder druk staan van Bientu-verdachten? Zou Wilsoe onder druk brieven opgesteld door advocaten van de verdachten tekenen? Ik maak me als oud-minister in ieder geval zorgen dat de minister van Justitie alle signalen geeft van iemand die volledig de regie over zijn eigen handelen en zijn ministerie kwijt is.
Omayra Leeflang, Curaçao