Door Theo Para
De bron van de ruim drie decennia durende morele verdeeldheid van de Surinamers ligt in de ernstige schendingen van de mensenrechten en in de cultuur van straffeloosheid. Bloedige staatsgrepen, censuur, laster, intimidatie, rechteloosheid, politieke discriminatie, ontvoeringen, brandstichtingen, verdwijningen, folteringen en massamoorden hebben de morele grondslag van het vreedzame en vriendschappelijke samenleven aan diggelen geslagen. Zonder respect voor de menselijke waardigheid rest slechts wantrouwen, verdeeldheid en stagnatie. Dankzij de inzet van vredelievende en democratische Surinamers, mensenrechtenorganisaties, religieuze organisaties, vakbonden, politieke partijen en de internationale solidariteit is de militaire dictatuur vervangen door een constitutionele democratie. Het 8 decemberstrafproces markeerde ook het ten einde brengen van de cultuur van straffeloosheid. Niemand staat boven de wet. Aan de grondrechten van de slachtoffers en nabestaanden zal tegemoet worden gekomen. Suriname werd door unanieme beslissing van de Nationale Assemblee lid van het Internationaal Strafhof en bood daarmee zijn bevolking internationale rechtsbescherming tegen misdrijven tegen de menselijkheid, oorlogsmisdaden en genocide. De humanisering van het staatkundige leven bracht geleidelijk ook vertrouwen en normalisering van intermenselijke betrekkingen teweeg. Dat vertrouwen was ook voor de economische ontwikkeling van belang. Vooral in het eerste decennium van deze eeuw realiseerde Suriname financieel-economisch herstel en kreeg daarvoor goede rapportcijfers van internationale financiële en monetaire instellingen. Ook de huidige regering plukt daar de vruchten van.
De amnestiewet 2012 zorgde voor een dramatische terugval in het nationale vertrouwen. Zij is een wet van willekeur, een wet ad hominem, een wet om een bepaald persoonlijk belang te dienen. In strijd met de grondwet en de internationale verdragen beoogt zij een lopende rechtsgang, het 8 decemberstrafproces, stop te zetten. Dat markeert een aanslag op de rechtsstaat, omdat zonder onafhankelijke rechtspraak de rechtsstaat een papieren tijger is. En hoewel de amnestiewetters de leuze van nationale verzoening aanheffen, is hun wet er een van verdeeldheid. Want met de wet worden de grondrechten van de slachtoffers en nabestaanden geschonden. Zeker bij zulke ernstige misdrijven als moord en foltering is het een mensenrecht van de slachtoffers en nabestaanden dat de misdrijven worden onderzocht en dat de daders worden vervolgd, berecht en bestraft. Wordt om wat voor reden dan ook dit grondrecht aan de nabestaanden ontzegt dan is sprake van onmenselijke behandeling, omdat hen mentaal en moreel leed wordt toegebracht. De amnestiewet 2012 heeft dan ook nationaal en internationaal tot grote verontwaardiging en protest geleid. Zij heeft olie op het vuur van nationale verdeeldheid gegooid. Vertrouwen komt te voet en gaat te paard.
Anders dan in de jaren tachtig hebben de Surinamers nu de democratische mechanismen van het parlementarisme en het maatschappelijke debat om van gedachten te wisselen en meningsverschillen te overbruggen. Binnen de context van grondrechten als de vrije meningsuiting en de persvrijheid kunnen communicatie, informatiedeling en argumentatie ruim baan krijgen. Als we democratische waarden als tolerantie, openheid en pluriformiteit schragen, dan kunnen we met wederzijds respect winst halen uit het debat. We kunnen elkaars gezichtspunten beter begrijpen en door de kracht van kennis, argument en stijl elkaar overtuigen of onze posities verhelderen. Uiteindelijk heeft de kiezer in de politiek het laatste woord en in de rechtszaal de rechter. Dat zijn de spelregels die zijn gecodificeerd in de grondwet. Die moederwet zegt ook dat wij niet mogen discrimineren, ook niet op politieke gronden. Wij discrimineren als we critici van de amnestiewet hun recht op vrije meningsuiting ontzeggen en uitsluiten van deelname aan het maatschappelijke debat door hen te diskwalificeren als ‘staatsvijanden’ en ‘misdadig’. Op deze wijze landgenoten demoniseren is niets anders dan uitlokking van (staats)geweld tegen andersdenkenden. Het is bovendien hypocrisie dat te doen onder het vaandel van nationale verzoening. Als de president en zijn staatsbisschop dát doen ademen zij niet de geest van verzoening, maar die van dictatuur. Verzoening is vrucht van empathie, niet van intimidatie. Haar twee benen zijn recht en waarheid.

Theo Para is de schrijversnaam van de arts van Surinaamse oorsprong Henry Does. Hij woont en werkt in Nederland, maar is in het verleden ook een paar jaar op Aruba werkzaam geweest.