Curaçao en Sint Maarten dienen hun verantwoordelijkheid op zich te nemen als het gaat om benoemingen in de Raad van Commissarissen (RvC) bij de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten (CBCS).
De minister van Financiën George Jamaloodin (MFK) zei deze week op televisie dat hij niet begrijpt dat de President van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba een tijdelijk lid voor de RvC van de CBCS uit eigen kring heeft benoemd. De minister stelde verder dat dit geschiedde ondanks een lijst met dertien voordrachten die voorgelegd werd aan de President van het Hof. Hij heeft echter nagelaten artikel 25 lid 9 van de statuten van de CBCS aan te halen.
Een korte analyse van de statuten van de CBCS mijnerzijds laat zien dat artikel 9 van de Statuten van de CBCS stelt: ,,Indien de Ministers nalaten een voordracht te doen, of de Landen nalaten binnen drie maanden na de voordracht een lid te benoemen, zal de president van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba uit die voordracht, tijdelijk een lid benoemen. Deze fungeert als zodanig totdat de benoeming door de Landen tot stand komt.”
Dus de President van het Hof kan pas dan optreden indien er geen voordracht is zijdens de ministers (er is echter hierbij geen periode vastgelegd, wanneer de President van het Hof kan optreden) of nadat er wel een voordracht was maar de landen Curaçao en Sint Maarten binnen drie maanden nagelaten hebben een lid te benoemen.
Ik neem aan dat de President van het Hof op eigen initiatief ambtshalve kan ingrijpen daar er nergens in de statuten staat vermeld dat hij/zij tot benoeming overgaat op verzoek van wie dan ook. Indien er voordrachten zijn dient de President van het Hof uit die voordrachten tijdelijk een lid te benoemen. Het kan volgens mij ook om meerdere leden gaan. Indien zoals de minister heeft beweerd er een lijst was met dertien voordrachten, dan had de President van het Hof geen andere keuze dan, zoals de statuten voorschrijven, uit die voordrachten een keuze te doen. <I>I need some enlightenment here<I>. Of voldoen alle dertien voorgedragen personen niet aan de gestelde eisen en voorwaarden onder artikel 30 van de statuten van de CBCS?
Verder wil ik stellen dat men niet hoeft over te gaan tot langdurige polemieken over bovenvermelde benoeming. Hiervoor in de plaats dienen de twee landen zo snel mogelijk de verantwoordelijkheid op zich te nemen en over te gaan tot benoeming van het zevende lid van de RvC, waardoor de tijdelijke benoeming meteen ophoudt te bestaan.
Felix Pinedo,
Curaçao