Een tijdje geleden leek het alsof ook Selikor ten prooi zou vallen aan de aandacht van de huidige regering - regering Schotte. Er zou jacht gemaakt worden op ook de directeur van deze overheids-nv. Maar de appel bleek minder zuur dan in een aantal andere gevallen. De directeur van Selikor mocht niet alleen aanblijven, met een nieuw contract naar het schijnt, maar hij kreeg naar verluidt ook een (zijn) royale bonus uitbetaald.
Dus is Selikor ondertussen weer in slaap gesukkeld en is het woord ‘beleid voeren’, na een korte aandacht, weer uit de mode. Maar wat voor beleid moet Selikor dan voeren? Men haalt toch regelmatig het vuil op, ook al duurt het hier soms daar wel een extra poosje. Is dat geen beleid genoeg?
Helaas niet. Selikor is voor wat betreft het afvalverwerkingsproces in de middeleeuwen blijven steken, althans zo lijkt het. Als het bedrijf een beleid heeft op dit terrein, dan heeft zij last van een gebrekkige communicatievoorziening.
Selikor moet in de eerste plaats laten weten, hoe wij in de naaste toekomst het afval gaan wegdoen. Selikor heeft in de laatste 30 jaar gekozen voor de landfillmethode, die ons al flinke stukken bruikbaar land heeft gekost. Om te beginnen het gebied te Koraal Specht, die als eerste tot landfill is verworden en nog steeds, ettelijke jaren nadat men daar is gestopt vuilnis te storten, onbruikbaar gebied is. De rotzooi van jaren terug ligt daar nog steeds bijna aan de oppervlakte.
Ook Malpais mag als een verloren gebied worden beschouwd. Hoeveel honderden jaren zal het duren, voordat de natuur de boel daar heeft verwerkt? En wat is de status van Malpais? Hoelang nog kan daar vuil worden gestort? En welk gebied wordt hierna het slachtoffer? Heeft Selikor al hierover nagedacht? Dan wordt het wel tijd om de plannen met de bevolking te delen.
Selikor zou ook over haar beleid ten aanzien van glasverwerking moeten informeren. Selikor heeft in het verleden een politiek van aansporing tot separate aanvoer van glasafval gevolgd en heeft om die reden op verschillende plaatsen glasbakken geplaatst. De bevolking heeft deze zienswijze gesteund en massaal glas apart aangeleverd.
De operatie is tegenwoordig helemaal in elkaar gestort. De glasbakken zijn zo goed als verdwenen en menigeen blijft het glasafval thuis ophopen, omdat wij nu ertegen zijn het bij het ander afval te doen. Maar Selikor zwijgt in alle talen hoe nu te handelen met dit afval. Graag informatie hierover, maar laat het niet zo wezen, dat de burger veroordeeld wordt naar Malpais. Regel dat maar eens rond de plaats waar wij wonen.
Over afval scheiden gesproken. In Nederland is het scheiden van het afval en de separate ophaal een alledaags iets en menig Curaçaoënaar heeft op die manier leren opereren. Dus die honderdduizend Curaçaoënaars die in Nederland wonen en soms van daar terug naar Curacao emigreren. En dan treffen zij hier de weinig geraffineerde manier van dingen doen van Selikor aan. En vragen zij zich af, tegelijkertijd met de op Curacao achtergeblevenen, die ook milieubewuster zijn geworden, waarom Selikor niet milieudoelmatiger te werk gaat. Waarom heeft Selikor in godsnaam nog geen vuilscheiding bij de mensen thuis? Ook over dit beleid zouden we graag wat willen horen.
Ten slotte Punda (en Otrobanda) en de vuilophaal aldaar. Als de vrachtwagens langs zijn geweest, blijft er een onaangename situatie achter. Waarom is de vuilophaal in de stad zo slordig? En waarom is de schoonmaak zo primitief? De meneer of mevrouw van Selikor, die met bezem, schop en het karretje hun tijd lopen te verdoen, menen het ongetwijfeld goed. Maar Punda (en Otrobanda) op deze wijze proberen schoon te maken is niet van de eenentwintigste eeuw.
Dit moet geheel anders worden georganiseerd. Daar is een dynamische ploeg voor nodig, die met industrieel type stofzuigers de straten in korte tijd schoon zuigen. Regelmatig die straten schoon wassen lijkt mij ook geen overbodige luxe. En overbodig zijn ook niet speciale middelen om de (urine) stank te bestijden. Ook op dit gebied, moet Selikor zich veel beter organiseren en haar plannen hierbij met de bevolking communiceren, zodat wij deze kennen en waar nodig medewerking kunnen verlenen.
Selikor moet dus de boel geheel anders en op transparantere wijze gaan aanpakken. En niet doen alsof er geen vuiltje aan de lucht is. Want die is er wel; zelfs donkere wolken en met een geur.
Hitzig Bazur,
Curaçao