Het ene na de andere bouwconsortium haakt intussen af. Ten slotte blijft alleen Ballast Nedam over, maar dat wisten wij drie jaar geleden ook. Maar ook die valt af. Dit proces loopt vanzelf vast, zoals toen in 1953 ik een geitje in het asfaltmeer zag vastlopen en het daarna opgezet aan het Radulphus College schonk. Dit verhaal staat nu op de achterflap van een van de leerboeken van deze school. Aanstaande woensdag worden de Staten door Berenschot (Sona) bijgepraat over NHN, wat straks staat voor Nunka un Hospital Nobo.
Deze club van verwende adviseurs zal zoals altijd niets nieuws vertellen, aalgladde jongens waar onze ambtenaren niet tegen zijn opgewassen. U zult vernemen dat ondanks hier en daar een tegenvallertje, alles naar wens (wiens wens?) verloopt en dat het achter de UNA over drie jaar opent. Pure lariekoek, om niet te zeggen leugens. Dit heb ik al meerdere malen uiteen gezet en niemand die mij tegensprak. Wie zwijgt stemt toe, of het nu aannemers, architecten of medici zijn. Dit proces is ten dode opgeschreven omdat er totaal geen rekening wordt gehouden met onze realiteit; niet met de culturele, niet met medische, noch met de technische.
Bovendien is ‘Design, Build and Management (DBM)’ een planningsmethode waar voor een ziekenhuis nog geen ervaring mee is opgedaan, zeker niet door Berenschot. Ziekenhuizen zoals die bestaan en zoals Berenschot die hier wil laten bouwen behoren tot de meest gecompliceerde gebouwen die er bestaan, een achterhaald concept met 300 bedden voor 300 miljoen gulden in drie jaar bouwen op een moeras van een bouwterrein dat evenals het geld nog niet beschikbaar is.
Nadat ik in Nederland in twintig jaar tijd ongeveer drie miljoen vierkante meter aan gebouwen ontwierp, won ik samen met Laura Kaper, een van mijn vele voormalige TUD-studenten, onder het motto ‘Big Bang’ vanuit Curacao in 2009 de eerste prijs van de Europese prijsvraag voor ‘Het Ziekenhuis van de Toekomst’. Ik heb recht van spreken. Dit winnende ontwerp ontkent fundamenteel enige toekomst voor het ‘Grote Ziekenhuis’, een 19e-eeuws model dat in onze moderne wereld van elektronica en internet definitief heeft afgedaan. ‘Out of the box’-denken is voor de Berenschots in deze wereld onaantrekkelijk, dat brengt weinig geld op en is vermoeiend. Dat soort clubs werkt liever op routine en gebaande paden, zoals trouwens de meeste mensen, ook hier.
Big Bang bestaat uit een virtueel en reëel netwerk van in de stad gespreide kleine en middelgrote voorzieningen. De kern is een kostbaar en hoogwaardig operatiecentrum voor 60 bedden waar patiënten maar een of twee dagen verblijven. Daarna wordt men overgeplaatst naar een van de carehouses; dat zijn verpleegcentra met gemiddeld 80 bedden in verschillende soorten en maten. Soms is het een nieuwe of oude vleugel aan een hotel, een gerestaureerd deel van het oude Sehos, een vernieuwd Taams en Advent, of enkele paviljoenen op Westpunt. Verspreid In de stad liggen kleine en middelgrote poliklinieken, voormalige ofisinas van onze specialisten, soms in combinatie met huisartsen, tandartsen en ander eerstelijns medici.
Elders vinden wij prikcentra, botikas en andere voorzieningen. Maaltijden worden geleverd door de betere restaurants en hotels. Met deze schets moet het principe van het decentrale concept duidelijk gemaakt zijn. Er komt veel meer bij kijken, maar in essentie sluit dit model naadloos aan op een (medische) cultuur die hier al bestaat en bekend is. Omdat het nieuw is vraagt het wel meer voorstellingsvermogen, maar daar staat tegenover dat er geen grote lappen grond nodig zijn en gemakkelijk kan worden gefaseerd waardoor risico’s beperkt worden. Dus dames en heren van de Staten, ga woensdag dwarsliggen, denk nu zelf na, wees realistisch, luister goed, maar wel voor de laatste keer naar Berenschot.

Carlos Weeber, architect,
Curaçao