Als onderdaan van het Koninkrijk der Nederlanden en dienaar van uw rijk wil ik de vrijheid nemen om u alvast te bedanken voor de voornemens ons eilandje Curaçao te bezoeken. Daarom worden op dit moment:
- De wegen geasfalteerd;
- De perkjes allemaal gemaaid en geharkt;
- Uw privé-pleintje in Emmastad omgebouwd;
- De huizen geschilderd;
- De lantaarnpalen rechtgezet;
- De schilderijen gehangen in ons fort;
- Onze vlaggen uitgedeeld aan een ieder die langs de weg wil gaan staan;
- Bij scholen die u gaat bezoeken al het nog goede meubilair bij elkaar geraapt;
- De kindertjes die u mag zien in nieuwe kleren gestoken.
Maar Majesteit, mocht u plotsklaps moeten uitwijken en door onder andere onze buurt rijden, verschiet niet van de autowrakken, olievlekken, kapotte straten, stinkende rook, vervallen huizen, schreeuwende kinderen, vervuilde bermen en de diepe ellende die overal rond ons hangt.
Ik hoop als dienaar en onderdaan dat u vrolijke en feestelijke dagen heeft op ons eiland waarna wij kunnen zeggen: och we hebben nu tenminste weer eens enkele wegen en plaatsen die opgeknapt zijn. Nu gaan we in onze vuilnisbelt en ellende verder tot uw volgende bezoek. En dan hopen we dat u dan ook eens door (onder andere) onze straat gaat rijden.
Uw dienaar, uw onderdaan,
John Baselmans, Curaçao