Op 12 januari 2010 werd Isla veroordeeld tot een dwangsom van 75.000.000 gulden voor ieder kalenderjaar dat de hindervergunning wordt overtreden. Dat was de eerste mijlpaal in de juridische strijd tegen de Isla-vervuiling. Op 1 september 2011 vonniste de rechter dat de overheid Isla aan de hindervergunning moet houden, de tweede mijlpaal. De derde mijlpaal werd bereikt toen op 29 september 2011 de regering per brief aan PdVSA aan dat vonnis uitvoering gaf.
MSi wil de aandacht vestigen op degenen die zich juridisch hebben ingezet tegen de Isla-vervuiling, namelijk de Stichting Schoon Milieu op Curaçao, de Stichting Humanitaire Zorg en een aantal wijkbewoners. Onze waardering en bewondering betreffen, behalve hun juridisch vakmanschap, ook, en misschien wel vooral, hun bereidheid om tien jaar lang steeds maar weer al die mentale energie te mobiliseren om het moreel weinig verheffende beleid van een multinational en van een nalatig eilandbestuur, en sinds 10-10-‘10, van een eveneens nalatige regering, juridisch te ontzenuwen.
Met opzet vermeed ik woorden als gelukwensen of feliciteren. Ze roepen associaties op met iets feestelijks en met winnaars en verliezers. De strijd tegen de Isla-vervuiling heeft echter niets feestelijks, en telt alleen maar verliezers. Sinds de eerste juridische stap zijn immers ongeveer 180 mensen vroegtijdig overleden door de Isla-uitstoot.
Ik sprak van mijlpalen omdat het geen niemendalletje is dat van het beleid van een multinational en van een regering juridisch geen spaan heel blijft. Het lijkt mij in de rechtshistorie van Curaçao (land en eiland) een gebeurtenis zonder weerga. Ik zeg dat met enig voorbehoud, want ik ben geen rechtshistoricus. Maar zelfs als zo’n deskundige mijn historische vergelijking zou weerleggen, kunnen we uit de afgelopen tien jaar belangrijke conclusies trekken. De eerste is dat burgers met juridische middelen ook op Curaçao heel ver kunnen komen in hun verdediging van (mensen)rechten. De tweede is dat wanneer er voldoende en adequate weerstand wordt geboden, een regering gedwongen kan worden af te zien van beleid dat niet steunt op een deugdelijk juridisch fundament.
Die conclusies overstijgen de context van de Isla en betreffen de samenleving als zodanig. Zij zijn daarom van groot belang. Curaçao bevindt zich immers in een proces waarin degenen die de staatsmacht belichamen op allerlei manieren proberen om de controlemechanismen in de samenleving te ontmantelen. Met controlemechanismen bedoel ik die mechanismen die (moeten) voorkomen dat de staatsmacht met willekeur en zonder democratische controle uitgeoefend wordt. De Isla-vonnissen hebben aangetoond dat er een machtig wapen tegen afbraak van de democratie ontstaat wanneer burgerlijke ongehoorzaamheid en juridische strijd samenkomen.
Daarom moet onze steun uitgaan naar degenen die de juridische strijd tegen de Isla-vervuiling hebben gevoerd. Die steun zullen ze goed kunnen gebruiken, want naar mijn inschatting markeert de brief van 29 september van de minister aan PdVSA niet het eindpunt van de juridische strijd, maar het begin van een nieuwe paragraaf. Tot die steun behoort onder meer dat zij worden beschermd tegen de schandelijke verdachtmakingen die minister Constancia onlangs tijdens een persconferentie aan hun adres heeft geuit.
Edgar A. Leito, voorzitter Movementu Solushon Isla (MSi),
Curaçao