Door Felix Pinedo
In augustus 2010 net vóór de verkiezingen, heb ik een ingezonden stuk naar de diverse nieuwsmedia gestuurd, waarin ik mijn mening geef over het heffen van opcenten na 10-10-’10. Dit is een percentuele verhoging van belastingen ten behoeve van de verschillende eilandgebieden. Omdat deze nu komen te vervallen, zouden die ons niet meer in rekening gebracht mogen worden.
Ik heb dit schrijven indertijd ook gemaild naar de toenmalige gedeputeerde van Financiën en de politieke partij PAR. Daarna heb ik in december 2010 na inwerkingtreding van de nieuwe staatkundige structuur, een tweede ingezonden stuk over hetzelfde onderwerp via de diverse nieuwsmedia gepubliceerd. Jammer genoeg heeft niemand op Curaçao gereageerd op deze twee ingezonden stukken. De politici lezen blijkbaar de kranten zeer selectief of ze lezen helemaal niet. Weggegooid geld van al die kosteloos verstrekte kranten aan alle Statenleden en toentertijd de Eilandsraadsleden.
Ik heb met veel geduld gewacht op het goede moment om formeler te werk te gaan. Ik heb nu de aanslag Grondbelasting ontvangen waarin de toeslag opcenten verwerkt is.
Ik heb inmiddels bezwaar aangetekend tegen het feit dat opcenten heffen niet meer legitiem is, na het niet meer bestaan van de Eilandgebieden. Een en ander heb ik onderbouwd met de nodige wettelijke titels. Ook heb ik nu het Bureau Ombudsman benaderd met het verzoek na te gaan of de overheid door het blijven heffen van opcenten onrechtmatig bezig is. Het heffen van opcenten ging gewoon door op onder andere grondbelasting, inkomstenbelasting (loonbelasting 30 procent) en blijkbaar zoals ik heb vernomen ook op winstbelasting. U kunt zich voorstellen over wat voor bedragen het dan gaat.
In de week van 5 september 2011 heb ik via een ingezonden stuk in de nieuwsmedia onze Statenleden, ministers en andere politici gewezen op hun verantwoordelijkheid voor wat betreft de wijze waarop zij hun taak uitvoeren. In dat stuk heb ik gewezen op de kortzichtigheid van onze politici doordat zij belangrijke wetten en andere regelgevingen op de zogenoemde ‘negatieve lijsten’ hebben laten staan. Hierdoor zijn in bepaalde sectoren van de overheid grote bestuurlijke problemen ontstaan, zoals die rondom de Inspectie voor de Volksgezondheid. Er zijn meerdere van dergelijke wetten blijven liggen. In de krant van 10 september 2011 heb ik gelezen dat minister Charles Cooper toegeeft dat er nog diverse wetten op de ‘negatieve lijst‘ staan die van groot belang zijn voor het functioneren van het Land Curaçao. Hetgeen mij eigenlijk stoort is dat de regering nu pas met deze berichten naar buiten komt. Je krijgt het gevoel dat onze politici (Statenleden, ministers en alle bijbehorende figuranten) denken van ‘laat het volk zich maar bezighouden met Peter Stuyvesant en Jazz Festival, dan zal zij deze blunders van ons niet opmerken’. Deze schrijver houdt zich niet bezig met Peter Stuyvesant en is niet naar het Jazz Festival gegaan, maar houdt zich onder andere veelal bezig met analyse van bestuurlijke aangelegenheden zoals voorvermeld. De Statenleden moeten over dit soort zaken in vergadering gaan om na te gaan hoe zulke omissies plaats hebben kunnen vinden en om maatregelen te treffen, opdat dit niet meer gebeurt. Laat het duidelijk zijn dat mijn kritiek gericht is op zowel de oppositie als de coalitie en hun adviseurs. Om terug te komen op het innen van opcenten, moet ik zeggen dat er nu wel door mij formeel een aanklacht is ingediend en dat er hopelijk spoedig een oordeel op tafel ligt.