Als men van onze ‘indenpedistas’ te weten wil krijgen waarom hun vrijheidsstrijd zo belangrijk is komt steeds de term ‘nationaal eergevoel’, oftewel ‘nos dignidat nashonal’, als een der kernpunten naar voren. Dat merken we dan ook wel want als er van de zijde van ons moederland ook maar het kleinste naar kolonialisme riekend scheetje wordt gedaan, gillen deze voorvechters voor onze vrijheid meteen moord en brand. Het is immers onze ‘dignidat’, dit innerlijke gevoel voor eigenwaarde, deze zelftrots die ons aanzet ons heftig te verzetten tegen het heerzuchtige moederland; er zijn alsdan geen woorden genoeg om te omschrijven hoe wij ons als medeburger in het koninkrijk vernederd voelen door de Nederlandse aantasting van onze eerbaarheid, onze heilige dignidat.
Vreemd genoeg speelt diezelfde dignidat absoluut geen rol wanneer men door eigen ‘soortgenoten’ bespot en vernederd wordt. Dan verdwijnt elk eergevoel als sneeuw voor de zon. Curaçao ondergaat thans een schrikbarend fenomeen. Hier hebben wij een volksvertegenwoordiger (let wel: iemand die het volk vertegenwoordigt) die er niet voor schroomt de ene minister voor dief uit te maken, de andere minister te bestempelen als een stuk stront, de minister-president te kleineren en te betichten van mega-diefstal (overigens allemaal ambtsdragers uit de coalitie die door hemzelf wordt gesteund) en andere prominente figuren uit onze gemeenschap openlijk te schofferen. En hij komt er verbazingwekkend genoeg, steeds openlijk mee weg! Ook nu weer, na de laatste incidenten met betrekking tot de CTEX, wordt er voor de zoveelste keer een uiterst slappe reactie getoond waarbij de politici die zich feitelijk aangesproken zouden moeten voelen, zich verschuilen achter niet terzake doende onderlinge overlegstructuren. Waarom moet de MAN-partijraad toestemming geven aan minister Cooper om vuilspuiter Wiels flink van repliek te dienen? Waar is men in hemelsnaam bang voor? Wij hebben het hier niet over een almachtige moordzuchtige tiran wiens geheime politie dissidenten kan oppakken, martelen en vermoorden, maar over een gefrustreerd sociaal werkertje, een met minderwaardigheidscomplexen behepte vlerk die door een grove inschattingsfout van ex-PNA-leider Nelson Pierre in de politiek terecht is gekomen. Recent hebben twee prominenten figuren uit onze maatschappij, namelijk Yasmin Pinedo van Radio Direct en Paul de Geus, directeur van UTS, de heer Wiels in duidelijke woorden bestempeld als een lafaard. Als dat waar is dan wordt ons land niet in de greep gehouden door een meedogenloze, schrikwekkende alleenheerser waarvoor een mate van beduchtheid begrijpelijk is, maar door een zich lafhartig opstellend grimmig opdondertje met weinig gezag, laat staan achting.
Dit maakt het wegvallen van het eergevoel onder de aangesproken politici des te erger, zij worden immers geringeloord door een schamelijke kinkel met als enige wapen een grote en smerige mond!
Laten wij dus wel zijn, voor zover wij Wiels als laf zouden kunnen bestempelen, geldt zulks in aanmerkelijk indringender mate voor de politici die zijn oneigenlijke aantijgingen steeds maar gemoedelijk, lijdzaam en zonder ook maar het minste zelfrespect gedogen. Ons land wordt dus geleid door een stelletje ruggengraatloze angsthazen met totaal gebrek aan de ‘dignidat’ die zijzelf zo heldhaftig proclameren in hun verzet tegen het in hun ogen opdringerige moederland.
Ik begrijp die tweeslachtigheid niet, enerzijds die stoere grote bek tegen Nederland en anderzijds dat onderdanige en laffe gevlei van rauwelaar Wiels. Het ontgaat mij dat er bij de coalitiegenoten van Pueblo Soberano nog niet het besef is doorgedrongen dat zelfs door het steeds weer de broek te laten zakken er met Wiels op den duur toch niet samen te werken valt. Het is de man zijn aard; ook in zijn vorige werkkring binnen de sociale zorgsector stond hij bekend als een chronisch dwarsliggende querulant die steeds vanaf de zijkant, zonder ook maar de minste bestuurlijke verantwoordelijkheid zelf te dragen, alsmaar zijn kritiek stond te spuien. Je kent die types wel, het is nooit goed, alles is altijd verkeerd, hij heeft alle wijsheid in pacht; de rest zijn maar idioten, maar zelf verantwoordelijkheid dragen, ho maar. Dit inderdaad laffe gedrag gaat echt niet veranderen. Ook met akkoorden en gedragscodes valt deze notoire dwarsligger niet in toom te houden, dat is inmiddels duidelijk bewezen.
Wederom is zaterdagavond gebleken dat Wiels dat zogenaamde stoere en dappere verzet tegen zijn CTEX-hetze aan zijn laars lapt. Denkt deze coalitie, die tot nu toe alleen maar van crisis tot crisis heeft geregeerd, dit spanningsveld nog werkelijk minstens drie jaar vol te kunnen houden? Wat denken de pro-Cooper vleugel in de MAN en de MFK-exponenten ermee te bereiken door voor de zoveelste keer de broek voor Wiels te laten zakken? Is de enorme druk van de MFK-achterban het waard om steeds maar weer door het slijk te worden gesleurd? Zal de eerloosheid en het opportunisme van onze politieke leiders de toekomst van ons land gaan bepalen?
En waar blijft de dignidat van Eunice Eisden, die voorheen meteen op de kast sprong bij elke vermeende aantasting van onze dignidat door ex-kolonisator Nederland, maar die thans het hele kader van onze manhaftige vrouwelijke politici te schande zet door zonder ook maar de geringste vorm van protest de grove beledigingen van Wiels aan het adres van MAN-exponenten te aanvaarden?
Over eergevoel en zelfrespect hoeft men het met onze minister-president en MFK-leider Gerrit Schotte al helemaal niet te hebben: die schroomt er immers niet voor om vrolijk op bezoek te gaan bij de Venezolaanse president die hem kort daarvoor  in het openbaar ‘muchachito’ (opdondertje) heeft genoemd en hem daardoor ook regionaal te kijk heeft gezet. Het doet onze premier blijkbaar nauwelijks wat om te ervaren hoe onbetekenend en grollig hij in politiek opzicht door Latijns-Amerika wordt ingeschat.
Als alles wat nu gebeurt beschouwd moet worden als een voorspel van het politieke speelveld in een eventueel onafhankelijk Curaçao dan slaan de rillingen mij om het lijf. Zeer bevreesd ben ik dat schrijver, filosoof en revolutionair Frantz Fanon ook wat Curaçao betreft gelijk zal gaan krijgen. In zijn boek getiteld ‘Les damnes de la terre’ (De verworpenen van de aarde) betoogt hij immers dat in het proces van overname van het land door de nieuwe revolutionaire elite, onder meer de lafheid op het beslissende moment van de strijd, de basis zal vormen voor tragische tegenslagen. Wij zien dat thans reeds gebeuren.
George Lichtveld, Curaçao