Door Reinoud van den Berkhof
Pueblo Soberano heeft een plan. Het ‘snelbusje komt zo’-plan. Zo’n 120 miljoen gulden kost de realisatie van het plan, de aanleg van een 22 kilometer lange, speciaal daarvoor ontworpen snelweg. Plus een aantal snelbussen. Het idee komt uit Colombia, waar in Bogotá dit type stadsvervoer schijnt te rijden. Kennelijk is bij een bezoek aan Bogotá, alleen met de burgemeester en stadsvervoerspecialisten gesproken. Uiteraard (politieke) voorstanders van dit plan. Een prestigeobject. Nergens lees of hoor ik of de PS ook met tegenstanders van dit plan voor Bogotá hebben gesproken. Tegenstanders vinden het een ‘dinosaurus-project’. Heel duur, en het draagt niet echt bij aan de verlichting van de gigantische verkeersdrukte en verkeersdichtheid van de hoofdstad van Colombia.
De absurditeit van vergelijkingen. Curaçao met Bogotá vergelijken is al een absurditeit op zich. Andersom natuurlijk ook. Zo is Curaçao is qua oppervlakte vier maal kleiner dan Bogotá. In Bogotá wonen 7,5 miljoen Bogoteñas. De helft van het aantal inwoners van ons Koninkrijk kan alleen al in Bogotá wonen. Ons Koninkrijk is 28 maal kleiner dan Colombia. Er wonen 44 miljoen Colombianen in Colombia. In ons Koninkrijk 17 miljoen mensen. Op Curaçao wonen slechts 159.000 mensen. Heel veel Curaçaoënaars rijden in een eigen auto. In Bogotá rijden alleen de rijken in een eigen auto. Verder is er een redelijk goed functionerend taxi vervoer, tegen op zich redelijke prijzen. Het verkeer, met name in de binnenstad, is zo druk, dat zelfs de snelbus er hinder van ondervindt.
De uitwerking van het PS-plan. Als politieke partij is het natuurlijk mooi scoren met dit plan. Het klinkt groots, en zou onze nationale trots moeten upgraden. Misschien in een eerste euforische emotie. Maar dan? 120 Miljoen gulden! Dat is nogal wat! Wie profiteren van dit plan? De aannemers en wegenbouwers het meest. Een snelbusweg is lang, met weinig bochten en goed onderhouden. Is 22 kilometer wel lang genoeg om rendabel te zijn? Is het passagiersaanbod wel groot genoeg om rendabel te zijn? En is onze cultuur wel op een gespecialiseerde lange weg ingesteld? Het begrip ‘onderhoud’ komt in niet veel Curaçaose breinen, beleid- en andere infrastructurele plannen voor. Maar dat merk je pas als je huis overstroomd is, de windmolens niet draaien, de rooien dichtgegroeid zijn of de lantaarnpalen geen licht meer kunnen geven. Of als er door toeristen op gewezen wordt.
Je zult, na een jaar gebruik, maar zitten in je snelbus, met al die diepe gaten. Tanden en kiezen klapperen uit hun ‘sponningen’. Net als de ramen van de snelle bus. Na een jaar moeten weer vele tientallen miljoenen guldens boven tafel komen om de weg te restaureren. Voor de snelbus, die niet meer rijdt.
Goed plan, was het, ooit. Was het maar bij een plan gebleven. En waar komen de passagiers vandaan? Die moeten eerst vele kilometers lopen vanuit hun wijken om bij hun snelbushalte te kunnen komen! Van 10.00 tot 16.00 uur is het wel erg warm, hier op ons dushi Kòrsou. En hoeveel zal een kaartje kosten; de kaartjes voor de normale bussen en busjes zijn al zo duur. Een ‘duur project buskaart’ zal zeker het dubbele en meer moeten kosten. En dat allemaal omdat een bepaalde politieke partij het een geweldig plan vindt. Voor haarzelf en voor haar leden en sympathisanten. Maar de sympathie zal snel verdwijnen wanneer de prijzen bekend worden. En met de sympathie ook de passagiers. Net zo snel als de snelbus zal rijden. Als hij gaat rijden. Goed plan, was het, ooit. Was het maar bij een plan gebleven.