Als Barber staan we op de eerste dag van ons nationale ‘bario’-plan.
Enkele vragen betreffende de wijk Barber op Banda’bou kwamen in mij op:
Waarom zijn onze scholen krotten waar onze kinderen moeten leren?
Waarom staan op die scholen veelal afgedankte onderwijskrachten waar de stad niets meer van wil weten?
Waarom zijn er niet voldoende leermiddelen voor onze kinderen?
Waarom worden er bij een Ban Bario Bèk mensen geplaatst die durven te vragen: ,,Mevrouw waarom bent u gescheiden? Waarom gaat u niet terug naar uw man dan heeft u weer een inkomen?”
Waar kunnen onze kinderen terecht met hun problemen als ze verkracht of mishandeld worden?
Waar kunnen onze ouderen terecht als zij met zware problemen zitten en niemand wil hen aanhoren of helpen?
Waar kunnen onze oudjes terecht als ze aan hun lot worden overgelaten door familie en maar moeten zien te overleven in veelal een bouwval?
Waar zijn onze winkels waar we onze eerste levensbehoeften, bouwmaterialen en zaken kunnen bemachtigen als we geen vervoer hebben?
Waarom is het eten duurder dan in de stad terwijl de mensen het veelal met veel minder moeten doen in deze omgeving?
Waarom is er geen UTS op Banda’bou, zodat we als oudjes niet almaar naar de stad moeten om zaken te regelen?
Waar kunnen wij terecht bij overvallen of meldingen als de politie Barber Abou nauwelijks iets onderneemt omdat het meestal familieleden zijn die zulke zaken uitspoken?
Waarom wordt er niets gedaan bij mensen die eindeloos in de rook zitten van een ander?
Waarom wordt er niets gedaan aan het alsmaar dumpen van autowrakken in onze omgeving?
Waarom hebben wij geen recht op druk op onze waterkraan en moeten wij zelfs zeer regelmatig zonder water zitten?
Waarom zegt de politie niet waar je moet zijn als voor de zoveelste keer een kind verkracht wordt?
Waar is zijn de informatie- en meldpunten voor onze wijk als er werkelijk iets mis is?
Waar is onze ‘shelter’ bij orkanen?
Waarom is er nooit vervoer geregeld als we moeten uitwijken bij een orkaan naar Tera Kòrá?
Waarom krijgen onze boeren geen water van de LVV of van een waterzuivering en moeten we dat zelf maar met privé-tankwagens zien te regelen?
Waarom hebben wij een gouvernement medisch centrum dat van de vuiligheid aan elkaar hangt en bemand is door enkele buitenlandse artsen die ons nauwelijks verstaan?
Waarom hebben wij een apotheek die een bouwval is en waar vele zaken niet te krijgen zijn?
Waarom hebben wij een pompstation dat een gevaar is om onder te staan en te tanken?
Waarom liegt onze minister van Verkeer over dat hij toentertijd illegaal drempels heeft laten leggen in Bo’i Barber? (Brief DOW in mijn bezit.)
Waarom verkiest onze minister van Vervoer de bescherming van mensen die 100 km per uur over een landweggetje rijden boven de kinderen en vele volwassenen die dagelijks over dat weggetje moeten lopen? (Brief ook in mijn bezit.)
Waar is de politieke steun na de vele beloftes voor ons deel van dit eiland?
Waar zijn onze regeerders als het misgaat op Banda’bou en wanneer beantwoorden ze eens brieven als we zaken aankaarten bij deze politici?
Wanneer worden ook wij verlost van de smerige stank en rook van de Isla?
Wanneer wordt Banda’bou als een volwaardig deel van het eiland Curaçao gezien?
Wanneer krijgen de mensen op Banda’bou dezelfde rechten als de mensen in de stad die in zwaar bewaakte projecten wonen? Ook wij betalen belasting.
Gewoon maar enkele vragen waar wij allemaal mee te maken hebben in ons wijkje op het eiland Curaçao.

John Baselmans, Curaçao