Geen aandacht voor olierampen
Onze wateren en kust worden met regelmaat met olie vervuild. In overheidsrapporten wordt beschreven hoe olie, bij normale wind in de inhammen in het westen van het Schottegat terecht komt. Als de wind draait, wordt de olie uit de inhammen gestuwd en komt in de St. Annabaai terecht. Door eb en vloedbewegingen stroomt de olie de zee in, met als gevolg dat de stranden, het koraalrif en zeegrasvelden ernstig vervuild kunnen worden. Vanuit een helikopter zie je deze beweging duidelijk, en men kan gerust aannemen dat de meeste ‘oilspills’ van onze raffinaderij afkomstig zijn.
De Caribische Zee kent talloze scheepsbewegingen van tankers, cruise- en containerschepen, alle van grote omvang. Lozingen, ook van olie, zijn aan de orde van de dag en risico’s van aanvaringen zijn erg groot. Ons eiland zou vanwege de gevolgen, die hoge kosten met zich meebrengen, alles moeten doen om lekkages te voorkomen en rampen goed voorbereid te lijf te gaan. Maar dat is domweg niet het geval.
Twee jaar geleden hielden een aantal instanties en bedrijven een grote oefening (Operatie Masbangu) in onze kustwateren. Er werd een olieramp op zee nagebootst en de rampenploeg ging ertegenaan. De conclusies werden aan de overheid aangeboden. Zoals met alle voorgaande aanbevelingen is er weinig of niets mee gedaan. Er is geen extra materiaal aangeschaft, het communicatiesysteem van de deelnemende organisaties is niet noemenswaardig verbeterd, het havenreglement van 1936 is niet aangepast, de wetgeving voor bunkering van schepen ook niet, en er is ook geen protocol met regionale organisaties getekend om in geval van scheepsolierampen gebruik te kunnen maken van de faciliteiten die deze organisaties bieden. Alleen voor het geval van rampen met PdVSA-schepen bestaat er een protocol. Er is ten slotte gewoon niet voorzien in een adequate begroting om olierampen het hoofd te bieden.
De huidige olievervuiling loopt van het havengebied langs de kust tot en met Blue Bay. Strandrecreanten lopen gezondheidsrisico’s. Koraalriffen, zeegrasvelden en andere mariene organismen staan onder grote druk. Wat dit verder allemaal voor de toeristische industrie betekent laat zich raden.
Yvette Raveneau,
voorzitter Amigu di Tera