Van de week hadden ze een interview op de radio met een expert op lionfish-gebied, weer een van de
vele, want opeens hebben we tientallen, alleen deze had het steeds over de leonfish.
Ik dacht eerst dat ze reclame maakte voor de Club de Leones omdat ze een Latina inslag had, want
tegenwoordig weet je niet meer het verschil tussen wat lokaal of import is.
Nou heeft mevrouw Constancia in een poging om toch nog iemand te overtuigen dat ze goed bezig is wéér
een wedstrijd uitgeroepen, dit keer onder de vissers van Banda’riba, om te kijken wie de meeste
lionfish kan vangen. Of ze ook een bootmotor van 4.000 gulden kunnen winnen voor tien miserabele
visjes weet ik niet maar dat zal wel, want als er iemand geld over de balk kan smijten is dat wel
onze huidige regering.
Ze heeft nou 30 vrijwilligers aangesteld als officiële lionfish-jagers die dan het probleem op een
deskundige manier moeten gaan aanpakken.
Hoe deskundig je moet zijn om zo’n beest om zeep te helpen weet ik niet maar schijnbaar zijn ze het
wél.
Vandaag staat er in de krant dat ze twee speervissers te pakken hadden die beweerden dat ze op
lionfish-jacht waren alleen hadden ze van alles aan hun speer hangen behalve de gevreesde lionfish,
gutu’s, piska kòrá, purunchi, blow fish, walvissen, noem maar op maar geen lionfish!
Er stond jammer genoeg niet bij of ze beëdigde vrijwilligers waren die persoonlijk aangesteld waren
door mevrouw Constancia of niet, dat werd niet gezegd.
Carmabi had het over 300 vrijwilligers, Care (Curaçao Animal Rescue and Education) heeft het over
4.000 legale wapens en zij willen ook de nodige training verschaffen om ons lionfish-probleem aan te
pakken en nou komt mevrouw Constancia met 30 vrijwilligers die waarschijnlijk na hun dagelijks werk
effe gaan jagen op de gevreesde leonfish.
Stel dat ze elk tien visjes schieten hebben we elke dag 300 vissen minder, zo zijn ze wel een hele
poos bezig natuurlijk voordat het probleem opgelost is.
Ik denk dat mevrouw Constancia het probleem onderschat, want ze probeert met een pleister een wond te
dichten die eigenlijk gehecht moet worden.
Ik blijf lachen op deze klip want het begint steeds meer op Disneyland te lijken we hebben Ali Baba
en de veertig rovers, Holland heeft de Vliegende Hollander en wij de Vliegende Premier, over een poos
kunnen we Curaçao in het buitenland adverteren als Fantasy Island, zelfs de koningin begint zich af
te vragen wat er op deze klip aan de gang is.
Arthur Donker,
Curaçao