Geachte heer Gomez (ik mocht immers geen Remco meer zeggen),
Het begon zo goed met ons. Gebroederlijk hielden wij in Antilliaans Dagblad een betoog voor openbaarheid van bestuur. Ieder op z’n eigen manier. Ik wees de lezer in het AD van 19 maart 2011 op de beerput van bonnetjes van voormalig bewindspersonen en de doofpot waarin die bonnetjes bij voorkeur worden gestopt. U wees mij vervolgens in het AD van 24 maart op de bonnetjes van politieke partijen en dat ook die wellicht openbaar zouden moeten zijn. Want, zo meende u, dankzij uw partij zou op 10-10-10 de Landsverordening Financiën Politieke Groeperingen (A.B. 2010 no.87) van kracht zijn. En met die wet zou op z’n minst het hoofdstembureau jaarlijks toezicht kunnen houden op het financiële reilen en zeilen van politieke partijen op Curacao.
Na uw tip ging ik die Landsverordening eens doorlezen. Een goed voorstel van uw partij: ‘een politieke groepering voert een zodanig ingerichte financiële administratie dat daaruit te allen tijde de rechten en verplichtingen, alsmede de betalingen en ontvangsten kunnen worden nagegaan.’ Jammer dat u over het hoofd heeft gezien dat deze wet na de eerste lezing niet verder behandeld werd door een wisseling van de macht en de nieuwe status voor Curacao. Een detail waar de fractievoorzitter van uw partij, tevens voormalig Statenvoorzitter, mij deze week op wees.
Maar dat is ook goed nieuws, want uw partij kan natuurlijk opnieuw aandacht vragen voor het belang van openbaarheid van partijfinanciën. Immers: in het kader van ‘Good Governance’ (of: deugdelijk bestuur) past toch ook openheid van uw boekhouding. Pedro Atacho liet deze week al weten dat van plan te zijn tijdens de behandeling van de begroting 2011. En bij het opnieuw voorstellen van een dergelijke Landsverordening kan tijdens de behandeling expliciet worden gedebatteerd over aan wie de bonnetjes dan openbaar moeten worden gemaakt. Want zoals u weet heeft hoofdstembureu geen formele taak tussen de verkiezingen en is het voorstel om ‘jaarlijks vóór 1 april een financieel jaarverslag te zenden aan hoofdstembureau’ dus een wassen neus.
Trots schreef u dat de Curaçaose wet politieke partijen vooralsnog niet verplicht hun hele financiële administratie aan willekeurige derden ter inzage te bieden. Maar is juist niet de essentie van deugdelijk bestuur dat u niet zo geheimzinnig doet over die bonnetjes? Immers: als u een mooie boekhouding heeft, dan is het toch juist een goed idee om die met uw achterban te delen? Het zou u tenminste onderscheiden van uw collega’s van andere partijen. Zo liet MFK-voorzitter Amerigo Thodé deze week in ons radioprogramma Vandaag & Morgen weten niet van plan te zijn om zijn boeken op tafel te leggen. ,,Ik denk dat er belangrijkere dingen zijn voor de bevolking”, zei hij. Denkt u ook dat uw achterban niet wil weten of uw partij financieel wel zuiver op de graad is? Ik durf dat te betwisten.
Vooralsnog moet ik het doen met de boekhouding van de Pueblo Soberano. Als Helmin Wiels daad bij woord voegt, tenminste. Hij was eerder deze week op ons radiostation Paradise FM te horen, waarbij hij plechtig beloofde deze ter beschikking te stellen. ,,Wij zijn transparant”, zei hij.
Of u hem gelooft of niet, dat doet niet ter zake. Feit is dat hij zijn telefoon opneemt. U deed dat deze week eenmaal, daarna moest ik het met uw voicemail stellen. Ik betreur het dat ik via de krant met u moet communiceren. Maar hierbij dan nogmaals de oproep: ,,Doe niet zo geheimzinnig en maak uw boekhouding openbaar.” Daarmee zou u niet alleen het goede voorbeeld geven, maar zou uw partij ook een stuk stevigere basis hebben om hetzelfde van de andere partijen te verlangen middels een nieuwe Landsverordening. Misschien krijgt u van de bevolking dan ook weer het recht om na de volgende verkiezingen weer deel uit te maken van de regering.
Eline Altenburg-van den Broek is politicoloog en onderzoeksjournalist voor onder meer het radiostation Paradise FM.